maandag 21 januari 2013

Digitale colleges

Überhaupt hat der Fortschritt das an sich, dass er viel größer ausschaut als er wirklich ist." (Nestroy, "Der Schützling")

Er is een nieuwe mode in onderwjsland. Althans, aan de universiteiten. Het idee is dat hoorcollege ouderwets zijn. In de toekomst zullen we het volgens de ‘deskundigen’  in het onderwijs vooral moeten hebben van digitale colleges.
Volgens deze ‘deskundigen, zoals Nathan Harden, zal het traditionele universitaire onderwijs verdwijnen:
‘‘The most important part of the college bubble story—the one we will soon be hearing much more about—concerns the impending financial collapse of numerous private colleges and universities and the likely shrinkage of many public ones. And when that bubble bursts, it will end a system of higher education that, for all of its history, has been steeped in a culture of exclusivity. Then we’ll see the birth of something entirely new as we accept one central and unavoidable fact: The college classroom is about to go virtual.’’

Het klassieke universitaire onderwijs zal dus verdwijnen. En volgens Harden is dat een goede zaak, want het oude systeem is elitair. Klaarblijkelijk is het dus geen probleem om aan niet-elitaire, maar wel heel goede wetenschap te doen.  En we  kunnen wel sentimenteel doen over de goede oude tijd, maar deze is, aldus Harden echt voorbij:
‘‘The higher-ed business is in for a lot of pain as a new era of creative destruction produces a merciless shakeout of those institutions that adapt and prosper from those that stall and die. Meanwhile, students themselves are in for a golden age, characterized by near-universal access to the highest quality teaching and scholarship at a minimal cost. The changes ahead will ultimately bring about the most beneficial, most efficient and most equitable access to education that the world has ever seen. There is much to be gained. We may lose the gothic arches, the bespectacled lecturers, dusty books lining the walls of labyrinthine libraries—wonderful images from higher education’s past. But nostalgia won’t stop the unsentimental beast of progress from wreaking havoc on old ways of doing things. If a faster, cheaper way of sharing information emerges, history shows us that it will quickly supplant what came before. People will not continue to pay tens of thousands of dollars for what technology allows them to get for free.’’

Maar is het wel allemaal zo fantastisch? Ik zie toch wel enige problemen. Neem bijvoorbeeld het volgende citaat:
‘‘The live lecture will be replaced by streaming video. The administration of exams and exchange of coursework over the internet will become the norm. The push and pull of academic exchange will take place mainly in interactive online spaces, occupied by a new generation of tablet-toting, hyper-connected youth who already spend much of their lives online. Universities will extend their reach to students around the world, unbounded by geography or even by time zones. All of this will be on offer, too, at a fraction of the cost of a traditional college education.’’

En:

‘‘This past spring, Harvard and MIT got the attention of everyone in the higher ed business when they announced a new online education venture called edX. The new venture will make online versions of the universities’ courses available to a virtually unlimited number of enrollees around the world. Think of the ramifications: Now anyone in the world with an internet connection can access the kind of high-level teaching and scholarship previously available only to a select group of the best and most privileged students. It’s all part of a new breed of online courses known as “massive open online courses” (MOOCs), which are poised to forever change the way students learn and universities teach.’’

Dit klinkt natuurlijk allemaal reuze democratisch en vooruitstrevend, maar ik denk dat het wel zou kunnen zijn dat de kwaliteit er onder zal lijden. Neem bijvoorbeeld de kwaliteit van het nakijkwerk. Vele van de al bestaande online colleges worden gevolg door duizenden studenten wereldwijd. Als ook maar een klein percentage van deze studenten (zeg 2000 van de 20.000) tentamen doet, dan is het al voor de docent onmogelijk om al deze tentamens binnen drie weken (de standaardtermijn voor het nakijken van tentamens) nagekeken te hebben. Dit probleem lijkt te zijn opgelost door het feit dat computers de tentamen nakijken. Maar dat is nou juist het probleem. Want dat betekent dat het altijd om multiple choice tentamens zal gaan. Of open vragen waarvan de antwoorden alleen goed worden bevonden indien er een aantal kernwoorden in voorkomen. Maar met begrip een creatief, alternatief, maar heel goed antwoord nakijken, dat kan een computer niet.

En bovendien kan de docent nooit van duizenden studenten die op verschillende tijdstippen het online college volgen nagaan of ze het nou hebben begrepen. Hij kan nooit aan hun gezichten zien of ze iets snappen of niet. Ook niet als al die studenten hun webcams aanhebben en de data daarvan naar de docent worden gestuurd, want een docent kan niet al die duizenden gezichten nagaan. En zelfs als hij/ zij dat wel zou kunnen van degenen die het college volgen op het moment dat hij/zij het geeft, dan kan hij/zij het nog niet van al die mensen die het college later bekijken. Maar, het is niet alleen een technisch probleem. Op deze manier is er geen menselijk contact meer. Universiteiten zijn al vanaf de Middeleeuwen gemeenschappen van studenten en docenten. En dit raak je met de digitalisering kwijt.

Dit bezwaar lijkt ondervangen te zijn door Harden (en de anders digitaliseringsgoeroe’s):

‘‘Clearly, online education can’t be superior in all respects to the in-person experience. Nor is there any point pretending that information is the same as knowledge, and that access to information is the same as the teaching function instrumental to turning the former into the latter. But researchers at Carnegie Mellon’s Open Learning Initiative, who’ve been experimenting with computer-based learning for years, have found that when machine-guided learning is combined with traditional classroom instruction, students can learn material in half the time. Researchers at Ithaka S+R studied two groups of students—one group that received all instruction in person, and another group that received a mixture of traditional and computer-based instruction. The two groups did equally well on tests, but those who received the computer instruction were able to learn the same amount of material in 25 percent less time.’’

We hebben dus zowel online als gewoon onderwijs nodig. Dat klinkt goed, maar hoe zit het dan met ideaal dat duizenden mensen over de hele wereld het college digitaal kunnen volgen? Dat gaat niet samen met het traditionele supplement dat klaarblijkelijk nog nodig is. En hoe zit het met de voorspelling dat de traditionele universiteiten zullen verdwijnen? Krijgen we kleide campussen waar werkgroepen in kleine zalen worden gegeven terwijl alle hoorcolleges digitaal worden onderwezen? Het lijkt er op dat de digitalisernignsmafia eigenlijk geen idee heeft wat ze nou willen. Ze spreken zichzelf tegen in een en hetzelfde artikel.
Maar, harden ziet nog steeds alleen maar voordelen:

‘‘Top schools like Yale, MIT and Stanford have been making streaming videos and podcasts of their courses available online for years, but MOOCs go beyond this to offer a full-blown interactive experience. Students can intermingle with faculty and with each other over a kind of higher-ed social network. Streaming lectures may be accompanied by short auto-graded quizzes. Students can post questions about course material to discuss with other students. These discussions unfold across time zones, 24 hours a day. In extremely large courses, students can vote questions up or down, so that the best questions rise to the top. It’s like an educational amalgam of YouTube, Wikipedia and Facebook.’’

Wat valt hier nog over te zeggen? Het idee dat studenten kunnen stemmen welke vragen ze willen of niet is al erg, maar het idee dat dan the best questions naar boven komen is te idioot voor woorden.
En nog steeds zien de verdedigers van de digitale kul alleen maar positieve dingen:

‘‘In the future, the primary platform for higher education may be a third-party website, not the university itself. What is emerging is a global marketplace where courses from numerous universities are available on a single website. Students can pick and choose the best offerings from each school; the university simply uploads the content. Coursera, for example, has formed agreements with Penn, Princeton, UC Berkeley, and the University of Michigan to manage these schools’ forays into online education. On the non-profit side, MIT has been the nation’s leader in pioneering open-source online education through its MITx platform, which launched last December and serves as the basis for the new edX platform.’’

Het zal u weining verbazen dat ook Nederland hier in niet achter blijft. Alleen zijn ze precies door dit soort vooruitgang binnenkort toch behoorlijk achterlijk. Zo schrijft professor Derksen van de Radboud Universiteit:

‘‘De universiteit van de toekomst moet fuseren met het internet. Colleges kunnen het internet op. Zo kan de universiteit aansluiten bij de nieuwe psychologische identiteit van jongeren. Geef studenten de vrijheid om hun eigen interesses na te jagen!’’

Want volgens Derksen zijn de jongeren van tegenwoordig zo met de digitale wereld vervlochten dat digitale colleges veel beter voor ze zijn. En hij merkt ook op dat de universiteiten op deze manier flink kunnen bezuinigen op gebouwen, want die kunnen nu immers weg. Gelukkig denkt een deel van de studenten er in Nederland hier anders over. Diverse studentenorganisaties hebben hier tegen geprotesteerd. Maar ik vrees dat het niet zal helpen. Een aantal universiteiten in Nederland is al bezig met de digitalisering van colleges. En bovendien hebben zelfs banken en bedrijven, zoals Ernst & Young hebben zicht achter de nieuwe mode geschaard, omdat zij denken MOOCS beter aansluiten bij wat zij willend an traditioneel onderwijs. En dat brengt mij op de volgende gedachten: Net als digitale bibliotheken alleen maar aanbieden wat nu in de mode is, zullen digitale universiteiten dit ook doen. Alleen maar curussen die in goede aarde vallen bij bedrijf en overheid en cursussen die bij een breed publiek in de mode zijn. Maar hoe zit het met de fundamtele wetenschap die niet in de mode is precies omdathet zo vernieuwend is? En hoe zit het met het idee dat geen nuttige of modieuze kennis, maar zuivere kennis om de kennis in de wetenschap centraal moet staan?
Ik vrees dat u, als u echte wetenschappelijke vernieuwing wilt, u qua onderwijs conservatief moet zijn.

Ludwig Kamphausen


Geen opmerkingen:

Een reactie posten