zaterdag 28 februari 2015

Wetenschapsvisie 2025

In reactie op het stuk Wetenschapsvisie 2025: keuzes voor de toekomst kunnen we zien hoe wetenschap de komende jaren gemangeld gaat worden. In deze visie wordt wetenschap alleen van uit het oogpunt van economisch nut en maatschappelijk nut gezien. Maar ik wil er ook op wijzen dat niet alleen de politiek schuldig is. Maar de universiteiten gaan zelf ook niet vrij uit.


Wat direct opvalt bij alle stukken over de wetenschapsagenda van verschillende academische auteurs is dat ze in principe accepteren dat wetenschap en filosofie er voor zijn om zich met maatschappelijke kwesties bezig te houden. Het enige punt waarop bijvoorbeeld twee promovendi in het universiteitsblad van de Radboud Universiteit verschillen van mening met de wetenschapsagenda is dat zij het verkeerd vinden dat wetenschap en wijsbegeerte antwoorden moet geven op concrete maatschappelijke problemen. Zij vinden dat wetenschappers juist problemen moeten agenderen. Maar dit laat de kern van het probleem, namelijk dat wetenschap alleen als instrument voor de economie en de maatschappij wordt gezien, intact. Een meer diepgravende kritiek zou er juist op neer komen dat deze vooronderstelling niet juist is.


Ik heb daarom een mail naar de Tweede Kamer gestuurd waarin ik beweer dat met deze visie het ware karakter van de wetenschap geweld wordt aangedaan. Hieronder staat de tekst van mijn mail. Ik heb tot nu toe nog geen reacties gehad, alleen maar ontvangstbevestigingen.

Zeer geachte leden van de Tweede kamer der Staten-Generaal,


In het stuk Wetenschapsvisie 2025: keuzes voor de toekomst wordt de kijk op wetenschap van het kabinet uit de doeken gedaan. Mijns inziens is hier sprake van een verkeerde visie op wetenschap. Wetenschap wordt alleen maar gezien in termen van economisch nut en maatschappelijk belang. Uitspraken over fundamentele wetenschap in dit document lijken slechts loze woorden. Als het u echt om de fundamenten van de wetenschappelijke kennis te doen is dan moeten juist vakken als zuivere wiskunde, theoretische natuurkunde, klassieke talen en filosofie (denk aan kenleer, metafysica, logica en wetenschapsfilosofie) ruim baan krijgen. Ook zou u dan kiezen voor een financiering waarbinnen de topsectoren een ondergeschikte of, nog beter, geen rol spelen.


Mijns inziens getuigt uw vertoog over valorisatie en kenniseconomie van een verkeerde visie op wetenschap en wijsbegeerte. Het probleem is namelijk dat als je wetenschap alleen ziet in termen van wat economisch of maatschappelijk van nut is je van wetenschap alleen een instrument maakt voor nut. Maar nut kan alleen bestaan bij gratie van doelen die niet op zichzelf weer instrumenteel zijn. Ik zou op dit punt dus liever een Aristotelicus willen zijn en zeggen dat het om zuivere kennis als zuivere kennis gaat. Deze kennis is een doel in zich zelf en is niet instrumenteel. Ik denk hierbij aan bijvoorbeeld vragen over de ontologische status van getallen of proposities. Of aan Oudgriekse papyrologie. In de meeste discussies zowel binnen de academische wereld als binnen de politieke wereld wordt deze kant, die het hart van de wetenschap en de academische wereld zou moeten zijn, genegeerd. Ik zou u dus willen vragen om samen met mij te willen pleiten voor een wetenschapsvisie waarin zuivere kennis om de zuivere kennis weer de ruimte krijgt die het binnen de universiteiten hoort te hebben.


Hoogachtend,


Ludwig Kamphausen