dinsdag 29 november 2011

Berichten uit Lalaland

Op deze blog zijn wij vaker stil gestaan bij de onnavolgbare uitspattingen van onze vrienden bij de VN en de EU. De lijst is helaas weer langer geworden:

“GENEVA, Nov. 23 – UNESCO’s executive board, which includes the US, France, the UK and other Western democracies, unanimously elected Syria to a pair of committees – one dealing directly with human rights issues – even as the Bashar al-Assad regime maintains its campaign of violence against its own citizens. The Arab group at UNESCO nominated Syria for the spots, and though the 58-member board approved the pick by consensus on Nov. 11, the agency has not yet posted the results on its website.[…] ‘It’s shameful for the UN's prime agency on science, culture and education to take a country that is shooting its own people and empower it to decide human rights issues on a global scale. Regrettably, the pressure to bow to consensus –  part of the go-along-to-get-along tradition at the UN – can drag everyone down to the will of the lowest common denominator’.” (zie hier)

Er valt hier weinig aan toe te voegen, behalve dat dit recente besluit van UNESCO onze eerdere argumenten over de bijzondere logica van de VN ondersteunt: het legaliteitsbegrip van de VN is een leeg formalisme, dat allen per toeval tot beslissingen kan leiden die enigszins met de officiële waarden en doelstellingen van de VN overeenkomen. En nu over naar de uitspattingen van onze vertegenwoordigers bij het Europese parlement:

“Amidst Europe’s worst economic crisis in recent memory, the European Parliament (EP) has just decided to raise Europe’s aid to the Palestinians by €100 million - 30 percent more than previous years. At the end of tough negotiations among the European Union’s institutions over the 2012 budget, the EP somehow made room for an additional €18 billion over the €129 billion cap imposed by expenditures-wary EU member states.  Among the additional line items is that extra €100 million for the Palestinians. An extra €100 million may not seem like that much compared to an overall budget of €147 billion for 2012, but it cannot be ignored that this is money the EU does not have. Moreover, the EU is pledging taxpayer money at a time when the only guarantee it will be spent responsibly has just disappeared. The EU budget decision was sealed just days before a highly anticipated summit between Palestinian Authority president Mahmoud Abbas and Khaled Meshal of Hamas – a designated terrorist group in the EU.” (lees verder)

We hebben al eerder op deze blog opgemerkt dat onze meesters in Brussel in een zelfgemaakte fantasiewereld leven waar de echte werled geen ingang meer heeft. Tegen de achtergrond van de steeds erger wordende economische crisis en de politieke omwentelingen in het Midden-Oosten, wordt dit alleen maar duidelijker. Onze meesters zien Palestijnse leiders zoals Abbas niet voor wat ze werkelijk zijn (zie hier). Voor onze meesters in Brussel zijn Abbas en zijn kornuiten de belichaming van hun eigen post-koloniale en multiculturele fantasieën. 

donderdag 24 november 2011

Stapel en Poldermans: De Beste Jongetjes van de Klas!

De verhalen over frauderende hoogleraren stapelen zich in rap tempo op. Eerst hebben wij het spectaculaire verhaal van de inmiddels ex-hoogleraar Diederik Stapel gehad, die zijn onderzoeksgegeven schijnt te hebben verzonnen. En nu kunnen we ook professor Poldermans toevoegen aan deze droevige lijst. Zoals de NOS meldt:

“Het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam ontslaat een hoogleraar wegens fraude. Professor Poldermans zou onzorgvuldig zijn geweest bij het verzamelen van onderzoeksgegevens. Hij heeft onder meer zonder toestemming patiëntgegevens gebruikt en gegevens verzonnen.” (zie hier)

Wetenschappelijke fraude is voor wetenschappers een doodzonde, die terecht bestraft en publiekelijk veroordeeld wordt. De genoemde heren zijn ook zelf geheel verantwoordelijk voor hun daden. Maar toch is de manier waarop de academische gemeenschap deze twee heren heeft uitgekotst niet koosjer. Immers, volgens de huidige officiële academische normen hadden deze twee ex-hoogleraren best wel de titel ‘het beste jongetje van klas’ mogen krijgen. In zeker zin waren de heren Stapel en Poldermans de belichaming van het hedendaagse ideaal van ‘de goede wetenschapper’ en het is het najagen van dat ideaal, dat hen uiteindelijk de wetenschappelijke kop kostte.

Wat verstaat men tegenwoordig onder een ‘goede wetenschapper’? Een belangrijk deel van het officiële antwoord op deze vraag kan men zwart op wit lezen in het belangrijke adviesrapport van de commissie ‘Toekomst Bestendig Hoger Onderwijs Stelsel’ (ook bekend als de commissie Veerman). Een aantal fragmenten uit dat rapport:

“Het Nederlandse wetenschappelijke onderzoek is van hoge en gerespecteerde kwaliteit. Met slechts 0,3% van de wereldbevolking en 1,4% van het mondiale BP komt maar liefst 2,8% van alle publicaties en 3% van alle citaties uit Nederland (NOWT, 2010). Met ruim 1,8 publicaties per onderzoeker per jaar neemt Nederland wereldwijd de tweede plaats in en scoort aanzienlijk hoger dan Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Engeland.”

“Nederland kent een kennisparadox: ons land heeft veel toponderzoekers in huis maar ziet weinig kans hier commercieel voordeel uit te halen. Nederland scoort bovengemiddeld als het gaat om patentaanvragen (Europese Commissie, 2008; NOWT, 2010) maar weet dit niet om te zetten in veel innovatief startende spin-off bedrijfjes.”

“De Nederlandse ambitie om in de top 5 van de Global Competitiveness Index (GCI) te staan (OCW/EZ, 2009) lijkt nauwelijks te realiseren met de huidige investeringen in het hoger onderwijs en onderzoek [...] Kennis en innovatie – waar we het in de toekomst juist van moeten hebben – worden verwaarloosd.”

Kort samengevat komt het hier op neer: een goede wetenschapper is een wetenschapper die veel publiceert in (gerenommeerde!) internationale wetenschappelijke tijdschriften, die veel door andere wetenschappers geciteerd wordt en die nuttig onderzoek verricht, d.w.z. onderzoek dat bijdraagt aan de kenniseconomie, of aan de oplossing van specifieke problemen, die de samenleving als geheel aangaan. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan het zogenaamde probleem van klimaatverandering. Dit is kort en krachtig het officiële ideaal van de goede wetenschapper, d.w.z. het ideaal van de bestuurders en managers op de universiteiten en vele van onze politici .

Deze officiële normen hebben echter weinig te maken met de echte academische kwaliteit. Dat iemand veel artikelen in internationale wetenschappelijk tijdschriften publiceert betekent nog niet dat die wetenschapper ook werkelijk een goede wetenschapper is en helemaal niet dat hij een betere wetenschapper is dan iemand die minder of niet publiceert. Een wetenschapper die veel publiceert is goed in publiceren, wat bepaald niet het zelfde is als een goede wetenschapper. Een uigebreide publicatielijst getuigt simpelweg niet van enig bijzonder wetenschappelijk inzicht, van een werkelijke bijdrage aan de ontwikkeling van een bepaalde academische discipline, van een zoeken naar fundamentele kennis en inzicht of van eruditie.

Natuurlijk zijn er goede wetenschappers die ook veel publiceren, maar het feit dat ze veel publiceren heeft niet noodzakelijk iets te maken met de kwaliteit van hun werk en ze zouden zeker net zo goed zijn met veel minder publicaties. De logica van het publicatiewezen is nu eenmaal niet een logica, die louter echte academische kwaliteit bevordert en naar boven haalt. De waan van de dag, naam en faam, ideologische gezindheid, wetenschappelijk tribalisme, toegankelijkheid van teksten, winstgevendheid, macht, persoonlijke voorkeuren, taalbarrières, tijdsdruk, al dat soort omstandigheden en overwegingen zijn inherent aan het publicatiewezen en hebben weinig tot niets te maken met echte academische kwaliteit.

Nog erger is echter dat de bovengenoemde officiële normen van wetenschappelijke kwaliteit, de echte wetenschappelijke kwaliteit behoorlijk in de weg kunnen zitten. De publicatiedruk, die het academische leven tegenwoordig in zijn greep heeft, is een duidelijk voorbeeld van deze negatieve relatie. Zoals Mercurius Noviomagensis op deze blog schreef:

“We publiceren teveel en we publiceren teveel van hetzelfde. We herhalen onszelf voortdurend maar omdat niemand het leest maakt dat niet uit. Maar de wetenschap gaat niet vooruit door herhaling, maar door creativiteit. Creativiteit vereist inzicht en inzicht vereist tijd, tijd die we door de publicatiedruk niet meer hebben, waardoor we steeds herhalen wat we in ons proefschrift ook al zeiden of nog zullen zeggen.”

Ook het dominante nuttigheidsdenken kan een sterk negatieve invloed hebben op de echte academische kwaliteit van wetenschappelijk werk. In een vorige blog is al beargumenteerd dat de sterke nadruk op nuttigheid de ontwikkeling van fundamentele wetenschappelijke kennis en inzicht ernstig verhindert en is op termijn zelfondermijnend. In de context van nuttig onderzoek kan de wetenschappelijke autonomie onder zware druk komen te staan. In deze context staat niet meer het streven naar kennis en inzicht centraal, maar het oplossen van de praktische problemen van anderen met in de achtergrond de belangen van die probleemeigenaren. De stap van hier naar slap conformisme en pseudowetenschappelijke propaganda is logisch niet noodzakelijk, maar feitelijk zeer klein. En zoals Ludwig Kamphausen op deze blog betoogde de dominante notie van de nuttige wetenschap leidt ook naar verarming van de academie en het werk dat daaruit voortkomt.

In de officiële academische cultuur staat de zoektocht naar waarheid, naar fundamentele kennis en inzicht, niet centraal. Integendeel, met de sterke nadruk op publicatiecijfers en nuttigheid worden academici en wetenschappers vrij expliciet gestimuleerd, zo niet gedwongen, om dit vooral niet te doen.

Als wij de heren Stapel en Poldermans één iets niet kunnen ‘verwijten’ is dat zij serieus op zoek waren naar fundamentele kennis en inzicht. Conform de huidige officiële normen van de academische gemeenschap wilden deze heren veel publiceren, veel geciteerd worden, in de aandacht staan, het grote publiek paaien en verleiden met opmerkelijke ‘bevindingen’ en veel geld binnen harken om dit allemaal tot in de oneindigheid te kunnen blijven doen. Dit alles hebben beide heren ook heel goed gedaan, moeten we toegeven en in die zin waren zij misschien wel de beste jongetjes van de klas.

zondag 20 november 2011

Is de IPCC Sceptisch Geworden?

Afgelopen vrijdag, 18/11/2011, verscheen het volgende bericht in verschillende Nederlandse media:

“Het klimaatinstituut van de Verenigde Naties (VN), de IPCC, waarschuwt voor extreme weersomstandigheden in de komende decennia. Volgens de onderzoekers moeten we voorbereidingen treffen om levens te redden en schade te voorkomen.” (zie hier)

Zoals verwacht leidde dit bericht tot een interessante en soms felle discussie over de waarde van deze nieuwste voorspellingen van de IPCC. Maar deze belangrijke wetenschappelijke discussie mist misschien de essentie van wat in dat nieuwste IPCC-rapport staat. Een opmerkelijk fragment uit dat rapport:

“Projected changes in climate extremes under different emissions scenarios generally do not strongly diverge in the coming two to three decades, but these signals are relatively small compared to natural climate variability over this time frame. Even the sign of projected changes in some climate extremes over this time frame is uncertain”

In dit fragment geeft de IPCC in wezen toe dat de invloed van natuurlijke factoren op het klimaat veel sterker is dan gedacht waardoor het moeilijk is om te zeggen of het klimaat de komende decennia kouder of warmer zou zijn. Dit lijkt sterk op wat zogenaamde klimaatsceptici al jaren roepen. Zoals Jo Nova opmerkt, met dit meest recente rapport lijkt de IPCC voorzichtig richting de sceptische positie te kruipen, maar zonder dat te willen toegeven:

“This is another big tipping point on the slide out of the Great Global Scam. IPCC scientists — facing the travesty of predictions-gone-wrong — are trying to salvage some face, and plant some escape-clause seeds for later. But popel are not stupide.”

Het is nu wachten op de volgende brochure van de KNAW.

Update: de blogosfeer wemelt van berichten over climategate 2.0 (zie bijvoorbeeld hier en hier). De berichten gaan over zo'n 5000 nieuwe e-mails, die de wetenschap achter het verhaal van de klimaatverandering en deels ook achter de rapporten van de IPCC in een interessant daglicht zetten. Het is nog even afwachten of daar nog nieuwe feiten naar boven komen drijven.

maandag 14 november 2011

Hulde aan de KNAW!

Het werd eens tijd dat iemand een einde ging maken aan alle ketterij, ontkenning en skepticisme in de discussie rond de opwarming van de aarde. Gelukkig heeft de KNAW deze belangrijke taak op zich genomen. Met het uitbrengen van de prachtige brochureKlimaatverandering, Wetenschap en Debat’ is een stap in de goede richting gemaakt. Zoals  Robbert Dijkgraaf in het voorwoord van de brochure schrijft:

“Met deze brochure wil de KNAW als een honest broker in kennis, u een zo betrouwbaar mogelijk beeld geven van de stand van zaken over klimaatverandering. Wat weten wij, en hoe zeker zijn we daarvan? Waar liggen de echte controverses, en waarom zijn die er?”

En zoals alle redelijke mensen hadden kunnen verwachten zijn de ’samenvattende statements’ van deze brochure luid en duidelijk. Bijvoorbeeld:

a. De mensheid verandert de samenstelling van de dampkring snel en ingrijpend. De toegenomen concentratie kooldioxide en andere broeikasgassen kan niet gebagatelliseerd worden.
d. De laatste vijftig jaar is er sprake van een stijging van de wereld gemiddelde temperatuur. De periode 2001-2010 was het warmste decennium sinds de systematische metingen rond 1850 begonnen.
e. De huidige klimaatmodellen verklaren klimaatveranderingen in de 20e eeuw in hoge mate. Volgens deze modellen is de waargenomen stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde niet goed te verklaren zonder het effect van de door de mens extra geproduceerde broeikasgassen in de berekeningen te betrekken.
g. Minieme veranderingen kunnen grote gevolgen hebben voor het klimaat. Deze eigenschap is, zeker voor een uniek systeem als het klimaat, een dwingende reden om grote abrupte (op de tijdschaal van tientallen jaren) veranderingen (b.v. een enorme stijging van kooldioxide) zoveel mogelijk te beperken.

Voor de eerlijkheid moet men wel een aantal kleine kanttekeningen plaatsen bij deze zogenaamde ‘samenvattende statements’:

1. Het is niet geheel duidelijk of en hoe deze zogenaamde ‘samenvattende statements’ uit de inhoud van die KNAW-brouchure volgen:

“U vraagt zich wellicht af hoe dat [deze statements] wetenschappelijk onderbouwd wordt? Welnu, ik ook, want dat lijkt me onmogelijk. Het wordt in de brochure dan ook niet eens geprobeerd. Veel genuanceerde woorden worden aaneen geregen en wetenschappelijke claims worden aangehaald en afgezwakt, maar vanuit het niets daalt aan het slot de Heilige Conclusie van het IPCC wederom over ons neer. Na het uitkomen van De Staat van het Klimaat van Marcel Crok is onweerlegbaar vast komen te staan dat er absoluut geen consensus is over klimaatverandering, en dat er zeer vooraanstaande wetenschappers zijn die ernstige bezwaren hebben tegen de IPCC claims. Hoe de KNAW haar eenzijdige keuze voor het IPCC denkt te kunnen rijmen met een neutrale opstelling tussen de partijen is me een raadsel.” (lees verder)

2. De broeikastheorie is niets meer dan een hypothese, die inderdaad in een laboratoriumsetting is onderzocht, maar nog nooit in de atmosfeer is aangetoond.

“Vele onderzoekers vinden dat die hypothese inmiddels weerlegd is en dat het broeikaseffect, voor zover aanwezig, vrijwel volledig wordt gecompenseerd door andere effecten. Ondanks de aanzienlijke toename van het CO2-gehalte van de atmosfeer sinds het midden van de vorige eeuw, is de gemiddelde wereldtemperatuur in die periode nauwelijks gestegen (na een daling tot 1979 was er een stijging tot 1998 en daarna weer een lichte daling). Dit is op zich al een aanwijzing voor het bestaan van deze compensatie.” (lees verder)

Unlike the land surface, the atmosphere showed no warming trend, either over land or over ocean — according to satellites and independent data from weather balloons.   This indicates to me that there is something very wrong with the land surface data.  And did you know that the climate models, run on super-computers, all show that the atmosphere must warm faster than the surfaceWhat does this tell you?” (lees verder)

3. Het geloof in de broeikastheorie is goeddeels gebaseerd op een waarneembare correlatie tussen de opwarming van de aarde en de uitstoot van kooldioxide. Een correlatie tussen verschijnselen x en y is, zoals we allemaal weten, niet hetzelfde als een oorzakelijk verband tussen x en y, maar zelfs deze correlatie is niet zo sterk zoals in de brochure wordt beweerd:

“Bij de temperatuurstijging wordt dan telkens verwezen naar de laatste 40 of 50 jaar, de periode waarin onze CO2 productie omhoog vloog. Het voortdurend suggereren van een oorzakelijk verband is al niet wetenschappelijk, maar het kiezen van deze periode van 50 jaar temperatuurstijging uit een periode van 100 jaar stijging is ronduit tendentieus. We weten dat de temperatuur na 1900 begon te stijgen en dat de aarde tussen ’45 en ’75  afkoelde. De laatste 50 jaar pakken en die correleren met CO2 concentratie is onwetenschappelijk en misleidend: de stijging tussen 1910 en 1945 was waarschijnlijk sneller dan die van de laatste 50 jaar waarin CO2 een rol zou kunnen spelen.”

 “[…] we have non-thermometer temperature data from so-called “proxies”: tree rings, ice cores, ocean sediments, stalagmites.  They don’t show any global warming since 1940! The Berkeley results in no way confirm the scientifically discredited Hockeystick graph, which had been so eagerly adopted by climate alarmists.  In fact, the Hockeystick authors have never published their temperature results after 1978.  The reason for hiding them?  It’s likely that their proxy data show no warming either.” (idem)

When examined more objectively Best data confirms the global temperature standstill of the past decade. That the standstill should be present in land only data is remarkable. There have been standstills in land temperature before, but the significance of the past decade is that it is in the era of mankind’s postulated influence on climate through greenhouse gas forcing. Predictions made many times in the past few years suggest that warming should be the strongest and fastest in the land data. Only a few years ago many scientists and commentators would not acknowledge the global temperature standstill of the past decade. Now that it has become unarguable there has emerged more explanations for it than can possibly be the case.” (lees verder)

4. Er schijnen ernstige problemen te zijn met de temperatuurmetingen waarop de hypothese van klimaatverandering in belangrijke mate gebaseerd is:

“[…] They used data from the same weather stations as the Climategate people, but reported that one-third showed cooling — not warming. They covered the same land area – less than 30% of the Earth’s surface – with recording stations that are poorly distributed, mainly in US and Western Europe.  They state that 70% of US stations are badly sited and don’t meet the standards set by government; the rest of the world is likely worse” (zie hier).

5. Er zijn grote twijfels over de waarde van de gebruikte klimaatmodellen, die volgens de KNAW-brochure de klimaatverandering in hoge mate verklaren.

“’[De KNAW-brochure] De huidige klimaatmodellen verklaren klimaatveranderingen in de 20e eeuw in hoge mate. Volgens deze modellen is de waargenomen stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde niet goed te verklaren zonder het effect van de door de mens extra geproduceerde broeikasgassen in de berekeningen te betrekken’. Deze uitspraak is onverantwoord, omdat hierbij uitgegaan wordt van kwantitatieve kennis van het  broeikaseffect van CO2 , die in feite onzeker is.” (lees hier)

“[…] climate modelers simply assume that there are no natural long-term changes in clouds, water vapor, etc. But they do not realize that in the process they will necessarily come to the conclusion that the climate system is very sensitive (feedbacks are positive). As a result, they program climate models so that they are sensitive enough to produce the warming in the last 50 years with increasing carbon dioxide concentrations. They then point to this as ‘proof’ that the CO2 caused the warming, but this is simply reasoning in a circle.” (lees verder, een aanraderI)

6. De samenvattende statements van de KNAW-brochure zijn sterk geënt op de conclusies van het IPCC. Maar het IPCC-proces is misschien niet zo zorgvuldig zoals de KNAW beweert:

“Hier [ in de KNAW-brochure) wordt met veel nadruk het peer review proces binnen het IPCC besproken, alsof het identiek is (haast nog beter als je het zo leest) aan het ervoor besproken peer review proces in de algemene wetenschap. Maar het IPCC review proces heeft niets van doen met het gebruikelijke proces bij tijdschriften. Als je tijdschriftartikel door je peers wordt bekritiseerd, word je geacht het ingrijpend aan te passen tot men akkoord gaat, anders word je niet gepubliceerd. Maar bij het IPCC kan een auteur de kritiek van de reviewers gewoon naast zich neerleggen. Dit is tot nu toe dermate vaak gebeurd dat kritische klimaatwetenschappers er niet meer over peinzen om zich te lenen voor dit schijnproces. De manier waarop beide review processen in de brochure geassocieerd worden is in mijn ogen uiterst bedenkelijk .” (lees hier)

“My personal reaction as a scientist is to be very thankful that I am not involved in the IPCC.  I already feel duped by the IPCC (I’ve written about this previously), I am glad that I was not personally used by the IPCC. Does the problems with the IPCC mean that WG1 science is incorrect?  Not necessarily, but I agree that a “new trial” is needed.  WG2 and WG3 reports pretty much belong in the dustbin, as far as I can tell. I regret that so much of our intellectual horsepower and research funding has gone into supporting the IPCC assessments.” (Lees verder, een aanrader!)

6. In de KNAW-brochure worden alternatieve verklaringen voor de schommelingen in onze klimaat misschien iets te gemakkelijk onderschat:

“De belangrijkste natuurlijke invloeden op het klimaat zijn de invloed van de wisselwerking van de zonnewind (die in de tijd sterk varieert) en de kosmische straling en daarnaast zijn de relatief sterke fluctuaties van de van de zon afkomstige UV-straling en de invloed van de oceaanstromingen, die eveneens in de tijd variëren, waarschijnlijk zeer bepalend voor het klimaat. Van overheersend belang is de invloed van het variërende wolkendek. Die laatste hangt samen met de eerste twee. In een rapport over klimaatverandering dienen deze punten vermeld te worden. Hun totale effect is waarschijnlijk groter dan het stralingseffect van CO2. In het rapport wordt het belangrijke onderzoek op dit gebied afgedaan als “speculaties”. Dat is onverantwoord.” (lees verder)

7. In de KNAW-brocure wordt eenvoudigweg er vanuit gegaan dat de opwarming van de aarde noodzakelijk slecht is voor de mens en andere aardebewoners. Maar:
“Het is nog lang niet bewezen dat meer CO2 in deze eeuw een netto negatief effect op de aardbewoners zal hebben, in de twintigste eeuw had de toename van CO2 zelfs een netto positief effekt.”(lees hier)

8. Een laatste punt:

“L.S. Ondergetekenden, wetenschappers en anderen die zich gedurende vele jaren in de klimaatproblematiek hebben verdiept, hebben met belangstelling kennis genomen van de brochure “Klimaatverandering, wetenschap en debat”, die vorige week door de KNAW is uitgegeven. Wij zijn echter van mening dat deze brochure niet een juiste berichtgeving inhoudt over de stand van de kennis en betreffende het wereldklimaat. Daardoor is dit rapport naar onze mening niet geschikt als voorlichting voor het parlement, voor de pers of voor het algemene publiek.

“Het Klimaatrapport is gebaseerd op een zeer onvolledig beeld van de klimaatproblematiek. De  meeste van de zeven “Samenvattende statements” zijn daarom onhoudbaar en zelfs onverantwoord.” (lees verder, een aanrader!).

Deze kleine kantekeningen bij de KNAW-brochure doen natuurlijk geen afbreuk aan de waarheid van de zogenaamde samenvattende statements.

dinsdag 8 november 2011

Tegenlicht: de kenniseconomie

We zijn van tegenlicht gewend dat ze in elk geval proberen om kritisch te zijn. Maar tijdens de uitzending van 7 november 2011 kwam hier niets van terecht.  Deze aflevering ging over de Nederlandse kenniseconomie. Hoewel degenen die tijdens het programma aan het woord waren zich kritisch uitlieten over de kenniseconomische koers van het huidige kabinet, volgende ze precies het dogma van de universeel toegepaste vrije markt. Alle politieke partijen, ook de VVD, CDA en PVV, vinden namelijk dat wetenschap en kunst er uiteindelijk zijn om geld mee te verdienen.
Er was werkelijk geen enkele spreker die leek te beseffen dat fundamentele wetenschap van belang is. Wetenschap werd alleen maar gepresenteerd als een aspect van de kenniseconomie. Twee van de sprekers gingen zelfs zo ver dat ze suggereerden dat studenten eigenlijk alleen maar nuttige studies moeten studeren. Een sterk voorbeeld hiervan is de heet Kamminga, voorzitter van de ondernemersorganisatie voor technische industrie. Volgens hem moeten studenten geen studies doen als sociologie, maar slechts vakken waarmee ze er voor zorgen dat we met z’n allen veel en veel rijker worden. Dit beeld klopt totaal niet. Hier hebben we twee argumenten voor:
1
Het idee dat toegepaste wetenschap zonder fundamentele wetenschap  kan is, zoals we op 22 oktober 2011 betoogd hebben, een illusie. In de toegepaste wetenschap wordt immers gebruik gemaakt van concepten uit de fundamentele wetenschap. Als we nu met fundamentele  wetenschap stoppen, dan wordt de toegepaste wetenschap statisch. Maar laten we er van uit gaan dat kamminga dit door heeft en dat hij die fundamentele wetenschappen die van belang zijn voor de toegepaste wetenschappen wil behouden en alleen nutteloze studies wil afschaffen.
2
Het idee dat alles, zoals wetenschap, er alleen voor het nut is simpelweg fout. Als je kunst en wetenschap alleen maar ziet als zaken die er zijn voor de economie, dan vergeet je waar de economie voor is. Wetenschap en kunst zijn  er in eerste plaats als doelen van het menselijke leven, als hetgeen dat er juist niet als middel is, maar als iets waar je je mee bezig houdt omdat het op zich belangrijk is. Maar Kamminga en co zien dit niet, omdat zij in de greep van de vrije markt ideologie zijn. Ze zijn simpelweg niet in staat om te zien dat het leven niet om geld draait.
Maar  wetenschap en kunst zijn er niet voor de economie, de economie is er voor de kunst en de wetenschap. Kunst, muziek, filosofie en wetenschap zijn immers die einddoelen van het leven die intrinsiek zijn verbonden met de hoogste waarden: waarheid en schoonheid. We moeten af van een maatschappij waar alles om geld gaat en toe naar een maatschappij waar schoonheid en waarheid de grondwaarden zijn. Dit leidt tot de volgende conclusie:
De maatschappij zou zo moeten zijn dat het bedrijfsleven drie functies heeft:
1)       Geld genereren waar de eigen werknemers van kunnen leven
2)      Belastinggeld genereren waar de welvaartsstaat mee betaald wordt
3)      Belastinggeld genereren zodat kunstenaars en wetenschappers aan kunst en wetenschap kunnen doen.
Zodra we ons dit realiseren kunnen we toe naar een betere maatschappij, of beter gezegd, een cultuur . Zodra we hier aangeland zijn kunnen we concluderen dat  het bedrijfsleven in het algemeen, en Kamminga is het bijzonder, niet zouden moeten roepen om een verdere vermarktting van kunst en wetenschap. Ze zouden juist blij moeten zijn dat zij een bescheiden bijdrage aan deze gebieden, die de waardigheid van de mensheid vormen, mogen geven.
Ludwig Kamphausen

zondag 6 november 2011

NOS.nl: Een Week in (Scheef) Beeld

Afgelopen zondag 30/10 konden wij het volgende bericht lezen op NOS.nl:

“Bij Israëlische luchtaanvallen op de Gazastrook zijn zeker zeven Palestijnen om het leven gekomen. Israël reageerde met de aanvallen op raketten die Palestijnen op het zuiden van Israël hadden afgevuurd. Daarbij viel aan Israëlische kant één dode en raakten vier mensen gewond. Het geweld tussen de Palestijnen en Israël laaide gistermiddag op, nadat een wapenfabriek in de Gazastrook door een Israëlisch vliegtuig was bestookt. Er vielen geen gewonden bij die aanval. Het was het eerste geweldsincidenten tussen Israël en de Palestijnen sinds de grote gevangenenruil van ruim een week geleden.”

Uit dit bericht zou men gemakkelijk tot de verkeerde conclusie kunnen komen dat deze recente escalatie in de gewapende strijd tussen Israël en de Palestijnen het resultaat is van de genoemde Israëlische aanval op de wapenfabriek in Gaza. Echter, deze geweldsronde begon al een aantal dagen daarvoor, op woensdag 26/10 om precies te zijn, met raketbeschietingen op Israël vanuit Gaza. Van dat geweld is op NOS.nl geen melding gemaakt en ook niet van de hevige beschietingen van Israëlische dorpen en steden op zaterdag 29 oktober (tientallen raketten en granaten!).

De beschietingen van Israël uit Gaza zijn doorgegaan tot dinsdag ochtend. Raketten vielen o.a. op grote steden zoals Beër-sheva en Ashkelon. Die beschietingen werden niet gemeld door NOS.nl. Als gevolg hiervan is het leven in zuiden van Israël ernstig ontwricht. Steden en dorpen in dat gebied moesten bijvoorbeeld hun scholen (met in totaal zo’n 200,000 kinderen) een paar dagen gesloten te houden. Van deze gevolgen voor de Israëlische burgers wordt ook geen melding gemaakt op NOS.nl.

Deze meest recente beschietingen van Israël vanuit de Gazastrook zijn vooral het werk geweest van het islamitische jihad, een moslim fundamentalistische organisatie, die o.a. de vernietiging van Israël nastreeft en die daarbij het gebruik van geweld tegen burgers niet schuwt. De islamitische jihad is om deze redenen o.a. door de EU, de VS en Canada als een terreurorganisatie bestempeld. Deze organisatie is in de jaren zeventig in Egypte opgericht, maar zetelt tegenwoordig in Gaza, Syrië, Iran en Libanon. De activiteiten van deze organisatie zijn daarom vaak beïnvloed of direct ingegeven door de belangen van haar gastlanden. Berichten in de media suggereren dat Iran achter deze recente geweldsronde zit.

De beschietingen van Israël door deze organisatie zijn bedoeld om willekeurig dood te zaaien en het leven van honderdduizenden Israëlische burgers te ontwrichten louter en alleen omdat ze Israëliërs zijn. Dit is overduidelijk moreel verwerpelijk. Het langetermijndoel van dit geweld is het ideaal van een judenrein Palestina. Dit geweld is daarom ook genocidaal en racistisch te noemen. het beschieten van onschuldige burgers is ook geheel in strijd met alle relevante conventies, verdragen en regels van het internationale recht. Daarnaast streeft de islamitische jihad de oprichting van een streng islamitische Palestina na. Het langetermijndoel van dit geweld is daarmee ook niet bepaald in het belang van de democratie en de mensenrechten in Palestina.

De uitvoerders van deze beschietingen als ‘Palestijnen’ aan te duiden is tegen deze achtergrond bepaald niet onproblematisch, want de aanduiding ‘Palestijnen’ dit geweld in de verkeerde context plaatst. Met die term worden de aard en motieven van deze beschietingen immers verhuld en in de meer neutrale (zo niet vergoelijkende) context van de Palestijnse onafhankelijkheid strijd geplaatst. Ter vergelijking, stel je voor dat de NOS de rechts-extremistische plegers van een aanslag op gekleurde medeburgers slechts als ‘Nederlanders’ of ‘jongens’ zou aanduiden zonder daarbij achtergrondinformatie te geven over de motieven van deze ‘Nederlanders’ of ‘jongens’.

En als men de NOS op zulke evidente onwaarheden en desinformatie in haar berichtgeving attendeert, dan is dit vaak de reactie:

“Wij vinden zelf niks; wij proberen daarentegen u te helpen iets te vinden.”

vrijdag 4 november 2011

De politiek van occupy


De economische crises worden steeds weer benaderd vanuit een economisch oogpunt, terwijl de oplossing in de politiek ligt.
Wie van mening is dat het vanwege de financiële en economische crises wel snel afgelopen zal zijn met het “neo-liberalisme” zou er niet slecht aan doen eens een “occupy” manifestatie te bezoeken. Zeker in Nederland bestaat occupy bijna helemaal uit beroepsdemonstranten, krakers, hippies met een late roeping, kortom de usual suspects. Laat ze het toegeven, de occupy beweging bestaat uit dromers.
         De evidentie van het bovenstaande blijkt eens te meer uit de hoeveelheid stemmen die nu opgaat om het IMF verregaande zeggenschap te geven over de begrotingen van diverse landen, of zelfs de gehele EU. De maatstaven van het IMF – een organisatie die ondermeer een grote vinger in de pap had bij de introductie van het shock-kapitalisme in de voormalige Sovjet-Unie – als norm nemen voor de Europese economische politiek, hoeveel  neo-liberaler wil je het hebben?
         Het paradoxale van de economische en financiële crises die zijn veroorzaakt door het grote graaien en de bonuscultuur, is kennelijk dat de op hol geslagen sneltrein van het neo-liberalisme er alleen maar nóg harder door gaat rijden.
         Je moet dus wel heel erg van de wereld zijn om te denken dat deze toestand ook maar één bedrijf of rechtse regering tot radicale bezinning op het eigen “kapitalisme” zal brengen. Wie realistisch is ziet in dat slechts met kleine, piecemeal hervormingen – een sociaal liberalisme – een verantwoordelijke ondernemingscultuur kan worden geschapen.
         Zo luidt nochtans de communis opinio.
         Deze ziet echter één belangrijke vooronderstelling over het hoofd. Of beter, ze neemt haar voor een onomstreden waarheid. Deze vooronderstelling luidt dat de economie en de schommelingen van de beurs in feite de onvermijdelijkheid hebben van een natuurverschijnsel. Een financiële crisis is een natuurramp, daar komt het op neer. Het nemen van maatregelen is zoiets als het bouwen van stormvloedkeringen. De voortrazende trein van het neo-liberalisme krijgt dus nog maar eens een extra duwtje in de goede richting, het ding rijdt nu eenmaal en het is, zoals bekend, zowel onmogelijk hem te stoppen als rampzalig dat ook maar te proberen.
         Dus wordt overal de verzorgingsstaat nog een beetje meer en nog een beetje sneller afgebroken dan we toch al deden. Als we het zelf niet doen, doet de economie het en dan is het allemaal nog veel erger. Het doet me allemaal nogal denken aan Russische sergeanten die dienstplichtigen halfdood slaan met als excuus dat de vijand hen nog veel harder zal aanpakken. Met als verschil dat de afbraak van de verzorgingsstaat hele bevolkingen treft.
         Maar de economie is geen natuurverschijnsel. Ze is een sociale constructie die in hoge mate afhankelijk is van politieke keuzes. De geschiedenis van de verzorgingsstaat maakt precies dat duidelijk. Toen aan het einde van de tweede wereldoorlog Europa aan de rand van de financiële afgrond stond, werd er een verzorgingsstaat opgetuigd omdat zulks een politieke keuze was. Niks onvermijdelijkheid van de economische wetmatigheden. Het slappe praatje dat de verzorgingsstaat alleen werd opgezet om de Europese bevolkingen weg te houden bij de communistische partijen is een leugen die rechtse partijen nu goed uitkomt, terwijl het van de late jaren ’40 tot de jaren ’70 van de vorige eeuw voor politieke partijen van links tot rechts evident was dat de verzorgingsstaat een goede zaak was. Ik cursiveer ‘goede’ hier niet voor niets. De politiek stond in dienst van waarden, van wereldbeelden. Het mag waar zijn dat deze wereldbeelden konden botsen en dus leiden tot schadelijke ideologische conflicten, de waardengerichtheid van de twintigste-eeuwse politiek betekende wel dat de politiek niet als zelfstandige grootheid van de radar verdween.
         Want dat is wat er nu aan de hand is: politiek is verworden tot de bestuurlijke tak van de economie, die niet verder ziet dan de economie zelf en die diezelfde economie ook nog eens vanuit een exclusief economistisch standpunt bekijkt. Aristoteles waarschuwde er in de vierde eeuw voor Christus al tegen in zijn Politica: staatkunde (politiek) moet niet verward worden met huishoudkunde (economie). De economie is wezenlijk iets anders dan politiek; bovendien bestaat de economie niet in een autonoom opererende markt. Zoals ook verschillende moderne economen, historici en filosofen als Adam Smith, Amartya Sen, J.R. Lucas en Tony Judt (of Hans Achterhuis) hebben aangetoond, functioneert de economie alleen maar binnen de kaders van de politiek, de rechtspraak en de moraal. Want de economie gaat zelf nergens heen, zij is een rijdende trein die een machinist vereist, de politiek dus, en niet slechts een stoker, de financiële wereld.
         En de revolutie waar het de hippies van Occupy en hun filosofische inspirator, Slavoj Zizek, om te doen was? Welnu, literatuurwetenschapper en filosoof Walter Benjamin zei het al, “de revolutie is niet de op hol geslagen trein, maar de noodrem”. Maar die noodrem moet dus eerst weer in handen van de politiek komen. En daar kan de politiek alleen zelf voor zorgen.

Mercurius Noviomagensis