In het weekend van 10/11 september 2011 werden we door verschillende media op de hoogte gebracht van de gebeurtenissen ronde de Israëlische ambassade in Cairo:
“De ambassadeur van Israël en zijn gezin zijn Egypte ontvlucht. Demonstranten hadden zich toegang tot de ambassade verschaft en gooiden documenten uit het raam. Buiten het pand stonden nog honderden demonstranten. Het vertrek van de ambassadeur is een verdere verslechtering van de toch al slechte relatie tussen Israël en Egypte.”
Een journalistiek hoogtepunt in de berichtgeving over deze gebeurtenissen was ongetwijfeld het NOS-achtuurjournaal van zaterdagavond 10-09-2011 (bekijk de uitzending hier). In de beste journalistieke traditie werden de dramatische beelden van de bestorming van de Israëlische ambassade aangevuld met interviews en commentaren, die onder andere de kijker duidelijk moesten maken waarom deze aanval plaatsvond.
De directe oorzaak van deze aanval werd ons toegeschoven bij monde van een tweetal Egyptische deelnemers aan de aanval:
“De Israeliers vermoorden onze soldaten en wij [verwijzend naar de Egyptische regering] bouwen een muur om die Israeliers te beschermen. Het minst dat we kunnen doen is de ambassadeur wegsturen om onze trots terug te krijgen [...] “Ik wil de vijand pakken die de militairen, onze broeders bij de grens heeft vermoord”
De bestorming van Israëlische ambassade wordt vervolgens in de context van de zogenaamde Egyptische lente geplaatst. De bestorming van de Israëlische ambassade hoort bij de afrekening met het voormalige dictatoriale regime, bij het nieuwe zelfbewuste Egypte dat zichzelf bevrijdt van de beknellingen uit de tijd van het oude regime waaronder de vrede met Israël. Vele Egyptenaren, zo wordt ons verteld, zijn van mening dat:
“[...] de vrede tussen beide landen (Egypte en Israël) vooral de vrede is van het oude regime, van de afgezette president Mubarak. Ze willen wel vrede, maar met betere voorwaarden Voor Egypte.”
Een aantal kritische kanttekeningen bij de kwaliteit van deze uitzending:
1. Het Israëlische leger heeft geen Egyptische soldaten vermoord. Deze grensbewakers zijn per ongeluk gedood in gevechten die ontstonden naar aanleiding van een zware terroristische aanslag vanuit Egyptisch grondgebied, waarbij 6 Israëlische kinderen en burgers in koele bloeden vermoord werden, louter en alleen omdat zij Israëliërs zijn. De Egyptische grensbewakers werden ongelukkigerwijze gedood in het vuurgevecht tussen Israëlische soldaten en een deel van de vermoedelijke terroristen die zich aan de Egyptische kant van de grens bevonden. Het Egyptische leger was zelf niet bij de aanslag betrokken. Maar het heeft wel ernstig gefaald bij de bewaking van het Egyptische-Israëlische grens (zie bijvoorbeeld hier en hier).
Deze contextgegevens, die door de redactie van het NOS-journaal achterwege werden gelaten, plaatsen het centrale motief voor de bestorming van de Israëlische ambassade, de zogenaamde Israëlische moord op Egyptische soldaten, in een ander licht: wat eerst op een terechte klacht tegen het optreden van het Israëlische leger leek, lijkt nu veel meer op een excuus, dat kritische vragen over de ware motieven van deze bestorming oproept.
2. De aanval op de Israëlische ambassade was vermoedelijk het werk van de Jama’a al-Islamiya, een radicale terreurorganisatie, die o.a. verantwoordelijk was voor de autobom in de WTC in New York in 1993. Deze organisatie wil geen vrede met Israël of betere vredesvoorwaarden, maar de vernietiging van de staat Israël. De gebeurtenissen in kwestie hebben dus waarschijnlijk weinig te maken met de redelijke eisen van het nieuwe bevrijde Egypte waar het NOS-journaal over heeft, maar met de anti-Israëlische, antiwesterse, antidemocratische agenda van de gewelddadige krachten, die de Egyptische revolutie hebben overgenomen. De vrede met Israël is één van de eerste slachtoffers van deze ontwikkeling, anderen zullen naar alle waarschijnlijkheid volgen.
Het is de redactie van het NOS-journaal niet aan te rekenen dat die op het moment van de bewuste journaaluitzending over deze details niet beschikte. Maar iedereen die de ontwikkeling van de Egyptische revolutie heeft gevolgd, zou moeten weten dat de betrokkenheid van radicale moslimorganisaties daarin alles behalve verrassend is. De stelligheid waarmee de redactie van het NOS-journaal de bestorming van de Israëlische ambassade in de positieve context van de Egyptische lente plaatst, zonder zelfs de kleinste verwijzingen naar andere minder sympathieke mogelijkheden is bedenkelijk.
3. De vaak felle anti-Israëlische sentimenten in de Egyptische samenleving hebben veel te maken met het Israëlische-Palestijnse conflict. Vele Egyptenaren voelen zich verbonden met het trieste lot van de Palestijnen en houden Israël daarvoor verantwoordelijk. Wat echter opvalt aan dit anti-Israëlische sentiment is het uitzonderlijke agressieve en selectieve karakter daarvan. We zitten, bij wijze van spreken, al jaren te wachten op de bestorming van de ambassades van Libië, Syrië, Turkije, Algerije, Jemen, Afghanistan, Iran…Dit bewijst natuurlijk niet dat de Egyptische woede over het lot van de Palestijnen geheel onredelijk is, maar wel, dat die woede nog andere motieven heeft.
Een zo’n bron is de officiële anti-Israëlische en anti-joodse propaganda, die in Egypte soms hysterische, Naziachtige trekken heeft (zie hier, hier en hier het verhaal over de joodse haaien van de Mosad!). Deze propaganda is endemisch o.a. omdat die een politiek doel dient: het opwekken van anti-Israëlische sentimenten is een van de manieren waarop Arabische regeringen hun positie proberen te bestendigen. Een andere bron is het islamisme, dat vaak zuiver racistische Jodenhaat propageert. Naziachtige Jodenhaat is bijvoorbeeld een kernelement van de ideologie van het moslimbroederschap, dat in Egypte altijd veel aanhang had en nu misschien wel de machtigste partij in de Egyptische politiek is (over de Nazieachtergrond van de ideologie van het moslimbroederschap zie, Küntzel, M. (2007) Jihad and Jew-hatred, Islamism, Nazism and the Roots of 9/11) . Tegen deze achtergrond kan men zich terecht afvragen of de bestorming van de Israëlische ambassade inderdaad, zoals de NOS ons wil doen geloven, een uitbarsting van frisse en fruitige revolutionaire energie was, of was het misschien een overstroming van het geestelijke riool van de Egyptische samenleving?
Kennelijk vindt de redactie van het NOS-journaal dat wij met de bestorming van de Israëlische ambassade in Cairo moeten sympathiseren en dat wij over deze gebeurtenis vooral geen kritische vragen moeten stellen. Wat vindt de NOS nog meer dat wij moeten vinden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten