woensdag 12 september 2012

Een Pleidooi Voor Meta-Accreditatie

Nederlandse universiteiten en HBO's worden grotendeels door de overheid bekostigt. Zonder die overheidsbijdrage zou zeer waarschijnlijk een groot deel van onze universiteiten en HBO's de deuren moeten sluiten. In de 'Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek', die sinds 1 september 2002 van kracht is, is bepaald dat alleen geaccrediteerde opleidingen mogen door de overheid erkende diploma's uitreiken en kunnen op overheidsfinanciering rekenen. Ook het recht van studenten op studiefinanciering hangt af van het studeren aan een geaccrediteerde opleiding (lees hier).

Accreditatie is een soort keuring waarbij de kwaliteit van het onderwijs bij instellingen voor hoger onderwijs onderzocht wordt door een onafhankelijke accreditatieorganisatie. Deze accreditatie wordt uitgevoerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO):
"De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) is als onafhankelijke, binationale accreditatieorganisatie opgericht door de Nederlandse en Vlaamse overheid en geeft een deskundig en objectief oordeel over de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen."
Er is echter iets geks aan de hand met dit accreditatie-systeem dat de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs moet bewaken. Om door de periodieke keuring van de NVAO te komen moeten hoger onderwijsinstellingen zich conformeren aan de beoordelingskaders en kwaliteitseisen van de NVAO. Het is daarom vrijwel zeker dat het accreditatie-systeem de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs niet alleen bewaakt, maar ook beïnvloedt.

Om kort twee evidente punten te noemen: de accreditatie van hoge onderwijsinstellingen door de NVAO vindt plaats binnen de kaders van het Bolognaproces. Om geaccrediteerd te worden moeten zulke instellingen bijvoorbeeld het Bachelor-masterstructuur hebben ingevoerd, een operatie die grote gevolgen heeft voor de organisatie en kwaliteit van het onderwijs. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de gevolgen van de vermarkting van het onderwijs, waarbij de klant (de student) de koning is. Een ander punt is de toenemende bureaucratisering van het onderwijs en de toenemende macht van de onderwijsbureaucratie, die gepaard gaan met de accreditatie-systematiek (in een volgende blog kom ik uitgebreid terug op deze punten).

Als dit accreditatie-systeem de onderwijskwaliteit niet alleen bewaakt, maar ook beïnvloedt, dan is het niet geheel onredelijk om je af te vragen of de invloed van het accreditatie-systeem op de kwaliteit van het hoger onderwijs wel positief is. Dat is ten slotte het doel van deze hele exercitie. Maar gek genoeg, voor zover ik weet, dat is nooit onderzocht. Er is geen enkel bewijs geleverd dat dit zo belangrijke systeem goed functioneert, dat het werkelijk bijdraagt aan een beter hoger onderwijs in Nederland. Zijn er echt geen redenen om zelfs klein beetje te vermoeden dat dit stel professionele auditoren het hoger onderwijs naar de vernieling helpt? In termen van de eigen logica van het accreditatie-systeem, dat alles wil meten, verantwoorden en transparant maken, is deze toestand geheel irrationeel.

Om de logica van het accreditatie-systeem dan gelijk op zichzelf toe te passen, de invloed van de NVAO op de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland zou snel en goed onderzocht moeten worden. Om in het onderwijsjargon te spreken, de NVAO zou ook een keertje geaccrediteerd moeten worden door mensen die werkelijk verstand van onderwijs hebben. Noem het maar een meta-accreditatie. Tot die tijd zouden ze in het hoger onderwijs geen medewerking moeten verlenen aan deze volslagen irrationele accreditatiepraktijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten