Gezien de fossiele brandstoffen opraken en alle andere manieren om energie te genereren die nu bekend en haalbaar zijn minder energie opleveren dan fossiele brandstoffen, zullen we naar een maatschappij toe moeten met minder energiegebruik en dus met minder, of geen, economische groei.
[1] [2] De producten die gemaakt worden zullen steeds meer op gesloten productiecycli moeten berusten, want ook alle andere grondstoffen zijn eindig. Dit is een simpel natuurkundig feit. Dus, dit probleem kan grotendeels niet met nieuwe technologie worden opgelost. De planeet de aarde is qua omvang en qua hoeveelheid grondstoffen eindig. Dit betekent dat het onmogelijk is om telkens maar te groeien qua economie, want economische groei rust, uiteindelijk ook in de dienstensector, op het onttrekken van grondstoffen aan de aarde. Dit heeft als gevolg dat mensen niet meer steeds meer materiële goederen kunnen verkrijgen. En gezien heel veel grondstoffen op aan het raken zijn of op korte of middenlange termijn zullen opraken (denk aan de zeldzame metalen die in elektronica zitten, aan hout, aan alles waar aardgas of olie in zit), betekent dit dat iedereen genoegen zal moeten nemen met een kleinere hoeveelheid materieel bezit dan nu het geval is. En al de nieuwe goederen zullen moeten berusten op recycling. Dus, pas als ergens een materieel goedniet meer bruikbaar is als gebruiksgoed, kan van dat materiaal iets nieuws gemaakt moeten worden. Om te voorkomen dat producten te snel slijten, zullen de dingen weer repareerbaar moeten worden. En gezien er minder energie beschikbaar zal zijn voor transport, zullen deze goederen zoveel mogelijk lokaal geproduceerd en verkocht moeten worden.
Deze problematiek heeft ook grote gevolgen voor de voedselproductie. Gezien de landbouw zoals die nu is berust op grootschalig gebruik van kunstmest, fosfaat, pesticiden en herbiciden, en gezien de bronnen van deze middelen (te weten: olie, gas en fosfaaterts) opraken, zal de grote, industriële landbouw het niet overleven. De boerderijen zullen kleiner moeten worden en meer op ecosystemen moeten lijken dan op fabrieken. Dit heeft tot gevolg dat we in plaats van een klein aantal grote boerderijen, een groot aantal kleine boerderijen zullen moeten hebben. Met andere woorden, na dat het aantal boeren in de Westerse wereld decennia is gekrompen, zal het aantal weer moeten stijgen. En omdat ook hier geldt dat transport, omdat het vanwege een tekort aan energie, moeilijker en duurder zal worden, over zo kleine mogelijke afstanden zal moeten gaan. Dus, groenten, fruit en andere etenswaren zullen zoveel mogelijk lokaal geproduceerd en verkocht moeten worden. Natuurlijk moet er wel een back-up systeem zijn om misoogsten op te kunnen vangen. In de rest van dit stuk zal ik proberen dit verhaal, voor zover het de landbouw betreft, meer handen en voeten te geven.
Gezien we van de kunstmest en fosfaten af zullen moeten, zullen akkers en boomgaarden zo moeten worden dat de voedingsstoffen die de planten nodig hebben zoveel mogelijk in het systeem blijven. Als we kijken naar bossen en natuurlijke graslandschappen, dan zien we dat dit daar al het geval is. In bossen groeien en leven zeer grote hoeveelheden planten en dieren, maar er hoeft geen kunstmest of fosfaat, of pesticiden, of herbiciden te worden gebruikt. Dit komt omdat een bos, of aan natuurlijk graslandschap, een ecosysteem is met een humuslaag, dat water en voedingsstoffen vasthoudt.
Hoe zal een dergelijke boerderij er uit zien? Een deel van het antwoord is te vinden in agroforestry
[3]. Door bomen, groeten en dieren samen in een systeem te hebben, schep je een klein ecosysteem. De bomen zorgen er voor dat meer water wordt vastgehouden en dus minder irrigatie nodig is. Ook is het van groot belang om een humuslaag te laten ontstaan. Onkruid moet niet worden weggegooid, maar na dat het geplukt is, moet het een deel van de humuslaag worden. Dit geldt ook voor dode bladeren. Hierdoor blijft er veel meet stikstof en fosfaat in het systeem. Als er ook dieren in het systeem zijn zorgen zij voor natuurlijke bemesting. Ook is het verstandig om bodembedekkende planten te zaaien, zoals klaver, die voor meer stikstof in de grond zorgen.
Het is ook verstandig om niet te ploegen, want de micro-organismen die er voor zorgend at planten voedingsstoffen kunnen opnemen zitten voornamelijk in de bovenste laag van de grond. Ook zal ploegen het netwerk van wortels en schimmels verstoren via welke planten elkaar waarschuwingssignalen voor insecten aanvallen sturen en water en voedingsstoffen delen. Het bestaan van dit netwerk is in de jaren ’90 door ecologen aangetoond.
Van de fruitbomen kunnen dan vruchten worden geoogst en tussen de fruitbomen staan allerlei groenten. En in telkens wisselende, afgeschermde, gedeelten kunnen kippen gehouden worden. Zij eten insecten en slakken en ze zorgen voor bemesting. Bovendien levert dit eieren en kippenvlees op. Het is wel van belang om pas een kip te slachten als er een kuiken bij is, want anders moeten er telkens kippen worden ingevoerd. Er kan dus minder vlees gegeten worden, maar het vlees zal wel van zeer goede kwaliteit zijn.
In typische natuurlijke graslandschappen zijn runderen en vogelsoorten met elkaar verbonden in een ecologische relatie. Dit kan worden nagebootst door een graslandschap te houden met een gedeelte met koeien en een gedeelte met kippen. De boer laat de koeien op een deel grazen na dat de koeien dat een aantal maanden hebben gedaan, gaan de koeien naar een aangrenzende wei met vers gras. Dan gaan de kippen naar de eerste wei toe. De kippen eten dan de maden die afkomen op de koeienmest. Zo worden insectenplagen in toom gehouden en wordt het grasland bemest en hoeft er geen kunst mest te worden toegevoegd. Als dit naast een akker/bos combinatie zoals hierboven beschreven, is zal de beschikbare hoeveelheid zoetwater ook stabiel zijn. Nadat deze systemen een aantal jaar gegroeid zijn zullen ze zo stabiel zijn dat er nauwelijks water of iets anders aan hoeft worden toegevoegd.
[4]Ik realiseer me dat dit hele verhaal zeer idealistisch over zal komen. Maar het alternatief is dat we zo door gaan als nu. En dat zal leiden tot een tekort aan energie, metalen (voor o.a. computers, want die metalen raken op), kunstmest en fosfaten. En dit zal leiden tot zeer grote hongersnood in het hele Westen en in veel andere delen van de wereld.
Dus, ik ben van mening dat iedere politicus met ook maar een greintje verantwoordelijkheidsgevoel de zeer moeilijke taak op zich te nemen om de wereld te veranderen langs de lijnen die her beschreven staan. Het praktisch realiseren hiervan is uitermate complex en zal tijd vergen. Gezien we niet veel tijd meer hebben, hoogsteen een jaar of 30-40, zullen
Ludwig Kamphausen
De enige
uitzondering hierop is kernfusie, maar stabiele, koude, kernfusie is tot nog
toe nog niet gelukt. Als dat zou lukken, dan hebben we genoeg energie. Maar,
dit betekent nog niet dat dan op alle vlakken van de economie door kunnen
blijven groeien. Want, veel beschikbare energie lost het probleem van de
oprakende grondstoffen niet op. Ook zal het de veel van de problemen in de
landbouw sector niet verhelpen. Want de fosfaten raken op en kunstmest,
herbiciden en pesticiden worden van olie en gas gemaakt.
alle vlakken van de economie door kunnen blijven groeien. Want,
veel beschikbare energie lost het probleem van de oprakende grondstoffen niet
op. Ook zal het de veel van de problemen in de landbouw sector niet verhelpen.
Want de fosfaten raken op en kunstmest, herbiciden en pesticiden worden van
olie en gas gemaakt.