woensdag 27 maart 2013

Is Het Zo Koud, Omdat Het Te Warm Is?

Een interessant bericht op Volkskrant.nl, dinsdag 26/03/2013:
"Klimaatwetenschappers linken het kille lenteweer en ook de barre sneeuwstormen en aan het massale smelten van Arctisch poolijs. De omvang en het volume van het ijs, dat jaarlijks smelt in de Arctische Oceaan, bereikte vorig jaar een historisch dieptepunt [...] Het is een symptoom van de opwarming van de aarde en draagt bij tot de opwarming van de Arctische Oceaan', aldus Jennifer Francis, onderzoekster van het Rutgers Institute of Coastal and Marine Science.

Volgens Francis en een groeiend aantal wetenschappers warmen de oceanen en atmosfeer op door het gesmolten poolijs. Dat keert op zijn beurt de straalstroom om, een luchtstroom op grote hoogte die stormen stuurt en het weer voornamelijk regelt op het noordelijke halfrond." (lees hier)
Over de relatie tussen lage temperaturen op de noordelijke halfrond en het smelten van het poolijs heb ik al eerder gehoord en de correlatie tussen die verschijnselen lijkt redelijk sterk te zijn. Een vraag die bij mij in dit verband opkomt is of het smelten van het noordpoolijs in de afgelopen jaren wel zo makkelijk (oorzakelijk) te relateren is aan de vermeende opwarming van de aarde (AGW). M.a.w., de vraag is of het in noord Europa zo koud is, omdat het op aarde, gemiddeld genomen, te warm is. Ik ben geen wetenschapper, laat staan een klimaatwetenschapper, maar dit zijn mijn nederige vraagtekens bij deze relatie:

Laat ons even aannemen dat de hypothese van de opwarming van de aarde wel klopt, d.w.z.dat de temperatuur op aarde een duidelijke opwaartse lange termijn trend laat zien, die grotendeels ook toe te schrijven is aan de toenemende uitstoot van CO2. Nou, trend of geen trend, wat wel duidelijk is, is dat de temperatuur op aarde in de afgelopen 17 jaren vrijwel gelijk gebleven is. Dit betekent op zichzelf nog niet dat het hele verhaal van de opwarming van de aarde niet klopt, maar het zet wel vraagtekens bij de stelling dat het nu in noord Europa zo verdomd koud is, omdat het op aarde te warm is.

Want als de temperatuur op aarde sinds het einde van de jaren negentig niet meer gestegen is, hoe kunnen we dan zeggen dat het smelten van het poolijs in 2007 of 2012 aan de opwarming van de aarde toe te schrijven is? Of anders gezegd: als het smelten van het poolijs iets te maken zou hebben met de opwarming van de aarde, en als die een tijdje gestopt is, zouden we niet juist een stabilisatie van het ijsoppervlak moeten verwachten met als gevolg ook wat meer "normale" winters? Wil men zeggen dat het noordpoolijs op de statistische trend reageert en niet op de werkelijke temperaturen op aarde?

In verband met de vraag naar de relatie tussen het smelten van het noordpoolijs en de opwarming van de aarde zijn de volgende ovewegingen ook van belang: De systematische meting van het noordpoolijs is een relatief jonge wetenschappelijke bezigheid, die pas vanaf 1972 aan de gang is. Het gebruik van satellietbeelden bij deze activiteit is pas in 1979 begonnen. We hebben dus nog te weinig perspectief om te kunnen stellen dat het huidige smelten van het noordpoolijs uniek is. Historische bronnen lijken in ieder geval te suggereren dat de huidige smelting niet uniek is.

Naast de vermeende opwarming van de aarde (AGW), zijn er ook andere natuurverschijnselen die naar alle waarschijnlijkheid van grote invloed zijn op het poolijsoppervlak (zie bijvoorbeeld hier en hier). Om het smelten van het noordpoolijs aan de opwarming van de aarde te kunnen toeschrijven zou men deze alternatieve verklaringen eerst moeten uitsluiten. En ten slotte, dezelfde satelieten die het smelten van de noordpool zou duidelijk in beeld brengen laten ook zien dat het ijsoppervlak op de zuidpool in dezelfde periode van 40 jaar niet kleiner geworden is (zie bijvoorbeeld hier).

Is het dan te koud, omdat het te warm is, of simpelweg omdat het te koud is? Ik krijg hier hoofdpijn van.

dinsdag 26 maart 2013

De Ontburgering Van De Eurolanden

Dijsselbloem, de voorzitter van de Eurogroep, maandag 25/03/2013:
"De belastingbetaler moet voortaan niet voor de volle 100 procent opdraaien voor de problemen die bij de banken ontstaan. Net zoals bij Cyprus moet eerst worden gekeken naar de aandeelhouders en de spaarders van de banken" (lees hier)
Zoals we in onze vorige blog hebben opgemerkt, onze Kamerleden blijken inderdaad pro-Europees doof te zijn. Dijsselbloem en zijn vrienden in de EU zijn zeer bewust van plan om spaarders in de eurolanden te laten betalen voor de redding van de eurozone. In plaats van de, zoals in het geval Cyprus is gebleken, zeer kwetsbare methode van een heffing op spaartegoeden, is er nu voor de 'bail in- methode' gekozen, waarbij spaartegoeden ook aangesproken kunnen worden:
"If there is a risk in a bank, our first question should be: “Ok, what are you the bank going to do about that? What can you do to recapitalise yourself?” If the bank can’t do it, then we’ll talk to the shareholders and the bondholders. We’ll ask them to contribute in recapitalising the bank. And if necessary the uninsured deposit holders: “What can you do in order to save your own banks?” (lees hier)
De reacties van onze pro-Europees dove Kamerleden zijn niet onverdeeld positief, maar draaien in essentie om de financiële kant van het verhaal en het optreden van Dijsselbloem.
"De oppositiepartijen PVV, CDA, en D66 hebben stevige kritiek op de uitspraken van minister van Financiën en eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem (PvdA). De uitspraken hebben ‘het vertrouwen in het crisismanagement geen goed gedaan,’ zei CDA-Kamerlid Eddy van Hijum [...]
Tweede Kamerlid Tony van Dijck (PVV) noemde het optreden van Dijsselbloem ‘geklungel’[...] Wouter Koolmees (D66) zei dat Dijsselbloem maandag  ‘een goede kans gemist heeft om zijn mond te houden’. Hij noemde de communicatie van Dijsselbloem ongelukkig en verweet hem dat de minister zich niet beperkte tot Cyprus [...]" (lees hier)
De keuze van Dijsselbloem en co voor deze 'bail in-methode' heeft echter nog een andere belangrijke dimensie die onze Kamerleden over het hoofd lijken te hebben gezien: door de keuze voor deze methode werd de strijd voor redding van de eurozone (en in het verlengde daarvan van het 'Europese project') in sterke mate als een financiële kwestie geherdefinieerd en dus gedepolitiseerd.

Immers, door deze nieuwe aanpak worden typische en voor de EU risicovolle politieke kwesties, zoals nieuwe wetgeving en parlementaire goedkeuringen, handig omzeild. De markt en de technocraten zijn voortaan aan het roer, niet de nationale parlementen.Toekomstige pogingen tot de redding van de eurozone (en het 'Europese project'), die voor de burgers van de eurozone grote politieke en financiële gevolgen kunnen hebben, zijn dus een financiële en technocratische aangelegenheid geworden waar burgers als zodanig nog nauwelijks invloed op hebben.

Door de belastingbetaler te ontzien en het instellen van heffingen op spaartegoeden te vermijden hebben Dijsselbloem en co de grillige en mogelijk ongewenste invloed van de nationale parlementen op de redding van het Europese project behoorlijk weten te beperken. Dit past in een breder patroon waarbij de burgers van de eurolanden steeds verder van de politiek komen te staan. We zijn in de eurolanden weer iets minder burgers en iets meer onderdanen geworden. 

woensdag 20 maart 2013

Pro-Europees Doof

In het vraagenuurtje in de Tweede Kamer werd gisteren de vraag gesteld of een heffing op spaartegoeden, zoals in Cyprus geprobeerd werd, ook in andere eurolanden verwacht kan worden. Dit is het antwoord dat Jeroen Dijsselbloem, de voorzitter van de Eurogroep, heeft gegeven:
"De heffing op Cypriotische spaartegoeden zal niet worden herhaald in andere eurolanden [...] Het zal niet gebeuren in andere landen omdat de bankensector daar niet zo onevenwichtig is, niet beladen met zo veel risico's en de overheid zich niet in zulk zwaar weer bevindt dat zij niet de eigen financiële sector kan redden'', zei Dijsselbloem dinsdag in het vragenuurtje in de Tweede Kamer." (lees hier)
Dit antwoord is werkelijk brilliant: 'De heffing op Cypriotische spaartegoeden zal niet worden herhaald in andere eurolanden'. Klopt. Een heffing op Cypriotische spaartegoeden kan per dfinitie niet in andere eurolanden herhaald worden, maar een heffing op spaartegoeden wel. Vervolgens, onder het mom van 'eens maar nooit meer', zei Dijsselbloem precies het omgekeerde - namelijk: de EU gaat de spaartegoeden van  individuele eurozone-bewoners niet opeisen, zolang eurolanden financieel niet dreigen om te vallen. Hij impliceerde daarmee dat de EU wel degelijk bereid is dat trucje van een heffing op spaartegoeden te herhalen als dat nodig zou zijn.

Maar onze kamerleden hebben waarschijnlijk gehoord wat ze wilden horen, niet wat Dijsselbloem werkelijk zei. Ze zijn immers pro-Europees doof.

woensdag 13 maart 2013

Euro Is Brandstof Voor Nationalisme

Elsevier,nl., maandag 11/03/201:
"‘Wie denkt dat de eeuwige vraag van oorlog en vrede in Europa niet meer actueel is, zou zich flink kunnen vergissen. De demonen zijn niet weg, zij slapen alleen maar,’ zegt Juncker tegen het Duitse weekblad Der Spiegel [...] Juncker is geschrokken van de verkiezingscampagnes in Griekenland en Italië. ‘Daar kwamen ressentimenten naar boven waarvan men dacht dat zij definitief verleden tijd zijn.’" (lees hier)
Toegegeven, deze spraakmakende uitspraak van Jean-Claude Juncker, de premier van Luxemburg en de ex-voorzitter van de Eurogroep, is wat genuanceerder dan de koppen in vele Nederlandse media wellicht doen vermoeden. In het interview in Der Spiegel laat hij voorzichtig merken dat de moeizame verhoudingen in Europa, die hij met de verhoudingen net voor de Eerste Wereldoorlog vergelijkt, deels te wijten zijn aan het harde Duitse optreden bij het aanpakken van de Griekse en Italiaanse problemen:
"The way some German politicians have lashed out at Greece when the country fell into the crisis has left deep wounds there."
Maar het laat onverlet, dat Jucker met zijn opmerkingen over "slapende demonen", "ressentimenten waarvan men dacht dat zij definitief verleden tijd zijn" en de Eerste Wereldoorlog overduidelijk naar het nationalisme verwijst. Het nationalisme is de reden waardoor de eeuwige vraag van oorlog en vrede in Europa nog altijd zeer actueel is:
"For my generation, the monetary union has always been about forging peace. Today, I notice with a certain sense of regret that far too many Europeans are returning to a regional and national mindset [...] The Italian election was also excessively anti-German and thus un-European."
Diep in hun hart hebben veel pro-Europese politici een warme plek voor het nationalisme, want als de demonen van het nationalisme voor eeuwig verjaagd waren, dan was de noodzaak van de EU in ieder geval wat minder evident. De officiële pro-Europese mantra is immers dat de EU ons vrede heeft gebracht en de vrede in Europa bewaart door een alternatief te bieden voor het nationalisme. Het is dus niet geheel verrassend dat Juncker deze demonen weer eens uit de kast haalt: de EU maakt immers moeilijke tijden mee.

Des-al-niet-te-min kan men niet ontkennen dat het nationalisme nog altijd een potente en mogelijk destructieve kracht kan zijn en dat de felle en soms schokkende anti-Duitse uitingen in de Griekse en Italiaanse verkiezingen deels uitdrukkingen waren van een gevaarlijk soort nationalisme. Maar met zijn opmerking over de verantwoordelijkheid van Duitsland voor de huidige nationalistische opwellingen in zuid-Europa verhult Juncker, bewust of onbewust, de mogelijke onderliggende rol van de EU en de euro daarin.

De euro is een duidelijk voorbeeld van een poging om de Europese gedachte in de praktijk te realiseren of vooruit te helpen en waarbij men te gemakkelijk voorbijgegaan is aan de politieke, culturele en institutionele verscheidenheid in Europa. De perverse economische effecten van de euro voor met name de zuid-Europese landen zijn immers in sterke mate te wijten aan die spanning tussen die verscheidenheid en de opgelegde monetaire eenheid. De euro, een concrete uitdrukking van de EU-ideologie, is m.a.w. een belangrijke factor in de ontwrichting van de zuidelijke economieën en een bron van structurele ongelijkheid tussen de noordelijke en zuidelijke staten van de eurozone.
"It shouldn't take a genius to see that lumbering relatively poor southern European countries such as Greece and Spain with a currency suited to the economic fundamentals of the Franco-German core is going to ruin their competitiveness. This doesn't mean that the euro is responsible for all of their woes [...] Even if the euro hadn't played such a significant role in causing the economic crisis, it has made it considerably worse than it needed to be, and it continues to hamper the prospects of recovery." (lees hier)
De onontkoombare spanning tussen eenheid en verscheidenheid in Europa is ook van invloed op de stabiliteit van het Europees politieke en economische bestel. Zoals we in het geval van de euro kunnen zien, de grote verscheidenheid in Europa impliceert dat sommige lidstaten meer baat bij de euro hebben dan andere lidstaten. Het stelsel van de euro is daarom chronisch instabiel. Meerdere lidstaten hebben een belang bij om de gemeenschappelijke regels en afspraken die de euro in leven moeten houden te veranderen of zelfs te ontlopen, omdat dat stelsel voor hen te kostbaar is. Het eeuwige gedoe rond de begrotingsnormen is maar een in het oogspringend voorbeeld.

Een logische implicatie van deze inherente instabiliteit van het eurostelsel is een ingebouwde noodzaak tot het uitoefenen van (formele en informele) politieke en economische macht en zelfs repressie om daarmee het stelsel te stabiliseren. Deze noodzaak om 'de boel bij elkaar te houden' om te voorkomen dat de eurozone uit elkaar spat is precies de aanleiding voor het harde Duitse optreden in het geval van Griekenland en Italië waar Juncker in het genoemde interview naar verwijst. Dat Duitsland die rol van de euro-boeman heeft is overigens geen wonder.

De machtsmiddelen die er nodig zijn om het inherent instabiele eurostelsel te stabiliseren moeten als puntje bij paaltje komt door de lidstaten zelf opgebracht en aangewend worden, en vanzelfsprekend door die lidstaten die over de nodige (vooral economische) middelen beschikken. Het Europese politieke systeem is daarmee bijna gedoemd om een hegemoniaal systeem te zijn, een systeem waarin de machtige lidstaten, lees Duitsland en in mindere mate Frankrijk, op eigen voorwaarden voor de nodige stabiliteit zorgen. (zie bijvoorbeeld Nial Fergusons 'One Nation (Under Germany)').

Juncker zou gelijk kunnen hebben dat de felle en soms schokkende anti-Duitse uitingen in de Griekse en Italiaanse verkiezingen inderdaad uitdrukkingen waren van gevaarlijke nationalistische ressentimenten. Maar de vraag is of de EU, zoals Juncker suggereert, nog altijd het medicijn is tegen het ontwaken van die demonen, of juist de oorzaak van die ontwaking. Het politieke stelsel dat de euro in leven houdt vertoont in ieder geval zorgwekkende hegemoniale en repressieve trekjes, het produceert economische ontwrichting en ongelijkheid en doet dit alles langs scherpe nationale lijnen.

Dit is brandstof voor nationalistisch ressentiment.   

dinsdag 12 maart 2013

'Alternatief Voor Nederland'?

De komende lente zou er in Duitsland een nieuwe anti-euro partij opgericht worden, 'Alternatief voor Duitsland'. Gewoonlijk worden anti-euro-partijen weggezet als populistisch en dus verwerpelijk, maar met deze Duitse variant wordt het wellicht wat lastiger: AvD kan rekenen op de steun en deelname van klinkende namen uit de Duitse academie, politiek en bedrijfsleven. De oprichters van AvD zijn van plan om deel te nemen aan de komende Duitse verkiezingen in de herfst van 2013. De inhoudelijke speerpunten van deze nieuwe partij zijn grofweg de volgende:
"[...] the group has a clear goal: "the dissolution of the euro in favor of national currencies or smaller currency unions." The party also demands an end to aid payments and the dismantling of the European Stability Mechanism bailout fund.
"Democracy is eroding," reads a statement on its website (German only). "The will of the people regarding (decisions relating to the euro) is never queried and is not represented in parliament. The government is depriving voters of a voice through disinformation, is pressuring constitutional organs, like parliament and the Constitutional Court, and is making far-reaching decisions in committees that have no democratic legitimacy." (lees hier)
In Nederland komt het euroscepticisme ook een beetje uit de taboesfeer. Politici durven de expansieve tendensen van de EU vaker in twijfel te trekken en met gedachten over een referendum te spelen. Hoewel het hier vooral om schijnbewegingen gaat, die tot doel hebben om het echte scepticisme dood te knuffelen, de discussie en de vragen over het nut en de noodzaak van de EU komen wel in het openbaar. Ook interessant is het burgerinitiatief burgerforumEU.nl dat afgelopen week de benodigde 40 duizend handtekeningen haalde. Maar met een raadgevend referendum over de EU of een kamerdebat over dit onderwerp komen we natuurlijk niet heel veel verder.

Het Nederlandse euroscepticisme heeft een permanente huisvesting nodig, maar het moet vooral het stadium van een tegenbeweging ontgroeien en met intelligente en duidelijke alternatieven komen voor de huidige bijna religieuze pro-Europese koers. Het valt nog te bezien hoever het AvD gaat komen, maar het is in ieder geval een begin en een poging om verder te komen. Wie weet.

zaterdag 9 maart 2013

Hamas-Granaatappels En Fatah-Sportartikelen

Elsevier.nl, vrijdag 08/03/2013:
"Producten afkomstig uit Israël mogen niet hetzelfde label krijgen als producten uit de betwiste Westelijke Jordaanoever. Minister Frans Timmermans (PvdA, Buitenlandse Zaken) vindt dat dit verschil duidelijker moet worden aangegeven en pleit voor een speciaal label [...]
Volgens Timmermans hebben consumenten het recht te weten waar producten precies vandaan komen. ‘En als op producten uit de Israëlische nederzettingen staat dat ze uit Israël komen, klopt dat gewoon niet met het internationaal recht.’" (lees hier)
Ok meneer Timmermans. Strikt genomen hebt u gelijk. In tegenstelling tot de juridische wartaal van de "illegale bezetting" en de "illegale nederzetting" dit punt is wel strak beargumenteerd. Volgens het internationaal recht zijn de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook inderdaad geen Israël, ze zijn betwiste gebieden wier definitieve status in onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen beslist zou moeten worden. Maar zoals u, meneer Timmermans en uw gründliche ambtenaren wel weten, het mes van het internationaal recht snijdt aan twee kanten. Als de Westelijke Jordaanoever en Gaza betwiste gebieden zijn, dan zijn die ook geen Palestijnse gebieden.

We zijn dan ook erg benieuwd hoe producten van Palestijnse boeren en bedrijven uit die gebieden gelabeld gaan worden. Want als op producten staat dat ze uit de Palestijnse gebieden komen, klopt het gewoon niet met het internationaal recht. Kunnen we dan binnenkort Hamas-granaatappels op de schappen van onze supermarkten verwachten? En zouden we spoedig Fatah-sportartikelen in onze winkels en warenhuizen kunnen vinden? Consumenten hebben toch het recht te weten waar producten precies vandaan komen?

Gründlich gedaan, dit labelen van Joodse producten.


vrijdag 8 maart 2013

Beppe Pechtold

Elsevier.nl, woensdag 06/03/2013:
"D66-leider Alexander Pechtold voorziet de opkomst van een Nederlandse Beppe Grillo. VVD en PvdA vormen een voedingsbodem voor politieke instabiliteit, waardoor een partij van een of andere cabaretier wortel kan schieten, zegt Pechtold deze week in Elsevier." (lees hier)
Grappig dat Pechtold dit zegt, want hij is zelf ook een soort Beppe Grillo: een komiek die doorgaat voor een politicus. Deze opmerking slaat natuurlijk ook op zijn politieke stijl, zijn humoristische manier van politiek bedrijven, maar ook op zijn macht en bevoegdheden als een Nederlandse politicus. Want laat ons eerlijk zijn, als het om de echte en belangrijke politieke vraagstukken gaat, dan heeft Pechtold (en de rest van onze nationale politici) weinig te vertellen. Onze nationale politiek is inmiddels gereduceerd tot theatrale en soms komische "ideologische" gevechten over de cijfertjes achter de komma van het financiële beleid.

Het is ook grappig dat Pechtold anderen beschuldigt van het creëren van de nodige voedingsbodem voor de opkomst van een Nederlandse Peppe Grillo. Onze pro-Europese politici en partijen zijn al jaren lang hard bezig om de Nederlandse politiek tot een onbeduidende theatershow te reduceren en onze politici tot vrijwel machteloze en irrelevante komieken. Deze uitholling van de nationale politiek, waar Pechtold en zijn D66 met zoveel overtuiging steunen, is de echte voedingsbodem voor de eventuele opkomst van een Nederlandse Beppe Grillo, niet het politieke gezwalk van Rutte en Samsom. De onbeduidende theatershow die onze nationale politiek inmiddels geworden is, is bij uitstek de plaats waar komieken kunnen gedijen. En dit zijn de gevoelens van politieke machteloosheid en vervreemding die door de uitholling van de nationale politiek veroorzaakt worden, die komieken aan de macht helpen.

dinsdag 5 maart 2013

Filosofie: Eenheid-veelheid 2

Richard Arthur bespreekt in zijn tekst het volgende argument over de eenheid en veelheid van het universum:
A1. A whole is the aggregate of all its parts.
A2. A whole is greater than any of its parts.
Now suppose a whole is part of itself. Then it will not be greater than itself, in
contradiction to A2. From this it follows that
A3. No whole is part of itself.

Now let U be the aggregate of all wholes. Suppose U is a whole. Then it will be included in the aggregate of all wholes, so by A1 it will be a part of itself. But this contradicts A3.Therefore, from A1 and A2 it follows that U, the aggregate of all wholes, is not a whole. (As will be evident, this is an example of what has come to be called the Burali-Forte paradox.)[1] 

Hieruit kan de Leibniziaanse conclusie gehaald worden dat het universum alleen een inconsisten geheel of een veelheid kan zijn. Maar ik denk dat er nog een andere niveau van eenheid is. Immers zijn alle agregaten en gehelen zijnden. Als zijnden vormen ze een veelheid, maar ook een eenheid. Maar dit is geen eenheid met delen en daarom wordt A2 gestopt en is er geen paradox. Dus is het universum geen geheel in de mereologische zin, maar is het wel een eenheid. Maar ook hier is een probleem. Stel dat we alle soorten eenheid en veelheid noemen:

1-n[2].

Is nu [ 1-n] een eenheid, dan zou [ 1-n] een van de vele eenheden binnen 1-n zijn. Maar, dan is [1-n] zowel een van velen als dat het die eenheid van deze veelheden is. Maar, dan heeft zezelfde eenheid twee, dus vele, kanten. Enerzijds is de eenheid iets dat onder zichzelf staat (als stuk van veelheid), aar anderzijds is het het principe van eenheid. Maar dan zijn er aan deze eenheid al twee, dus veel aspecten. Indien deze aspecten zelf een eenheid vormen valt ook deze onder ‘alle eenheden en veelheden’. Kunnen we dan concluderen dat het universum een veelheid van veelheden en eenheden  is? Dat is problematisch, want alle veelheden zijn weer daar in een dat ze van elkaar verschillen. Want als ze er in verschillen dat ze van elkaar verschillen, dan zijn ze weer een, omdat ze weer overeenkomen in het verschillen. Het lijkt er dus op dat het universum noch een eenheid noch een veelheid kan zijn. En als we deze vorm van reflexiviteit verbieden? Wat als eenheid niet van eenheid en veelheid niet van veelheid geprediceerd kan worden? Dan bestaat het universum dus uit een aantal veelheden en eenheden. Maar deze eenheden en veelheden zijn dan niet zelf weer een of veel. Kan dit? Kan het universum noch een noch veel zijn? Volgens Goedel en Cantor is het universum een inconsistente multipliciteit.

Ludwig Kamphausen

Filosofie: Eenheid-veelheid

Hoe verhouden eenheid en veelheid van en binnen dingen zich tot elkaar?

Een ding is een aggregaat en daarom veel, omdat het uit een veelheid aan delen bestaat. Maar, als aggregaat is het ook een. Daarnaast is het ding, laat het een steen zijn, ook veel als een steen van vele stenen en een precies in dat het, net als de andere stenen, een steen is. Daarnaast heeft ieder ding ook weer als ding dezelfde strucuur van eenheid en veelheid en natuurlijk als zijnde. Als zijnde is het veel als een van de zijnden, maar een om het, net als de andere zijnden, een zijnde is. Daarnaast is het zijnde ook, in dit geval een aggregaat en daarmee veel (vanwege de delen) en een, vanwege de eenheid van aggregatie. Maar hoe verhouden deze vormen van eenheid en veelheid van het ding, de steen dus, zich ook weer als eenheid en veelheid? Is er nu sprake van een zijnde met vele vormen van veelheid en van eenheid? En vormen deze veelheden en eenheden zelf een veelheid of een eenheid?

De veelheid van de delen van eenaggregaat en de eenheid van het aggregaat-zijn en de veelheid van het ding als een steen onder vele stenen en de eenheid van de steen als een steen (waarmee de steen dus een is met andere stenen) lijkt de structuur te hebben dat de steen op het niveau van de delen veel, maar als steen een is. Maar diezelfde steen is als steen weer een van de vele stenen. En deze veelheid heeft weer een eenheid met andere stenen als steen als implicatie. Komen deze verschillende niveau’s toe aan hetzelfde ding, of zijn het verschillende zijnden?

En vormen de veelheden en eenheden waar het ding op betrokken is zelf een veelheid of een eenheid? Op een algemener niveau kunnen we de vraag stellen of er vele vormen van veelheid en eenheid bestaan. Als er vele vormen van veelheid bestaan, of verschillende vormen van verschil, dan lijkt er toch iets te zijn dat de soorten van veelheid gemeen hebben. Immers is de veelheid van een aantal stenen een andere veelheid dan de veelheid van stoelen. Maar als soorten veelheid verschillen, dan zijn ze als  totaal dus weer een veelheid. Maar dan komen ze er in overeen dat ze van elkaar verschillen.Is er dus een soort veelheid?
Verschillende soorten eenheid zijn een veelheid. Immers is de eenheid van een aggregaat een andere eenheid dan de eenheid van een collectief van dingen.  Er is dus een veelheid aan eenheden. Maar is er ook iets waarin deze eenheden een zijn? Bijvoorbeeld dat ze allemaal op een bepaald niveau de negatie van veelheid zijn?

Een hieronderliggend probleem is of veelheid en eenheid van zichzelf te prediceren zijn.

Ludwig kamphausen

zondag 3 maart 2013

Samsoms Soma

Elsevier.nl, dinsdag 26/02/2013:
"Wat er electoraal gezien ook in Italië ook mag gebeuren, het land zal hoe dan ook stevig moeten bezuinigen. Een moeilijke verkiezingsuitslag mag geen excuus zijn om de noodzakelijke maatregelen niet door te voeren [...] Dat zei minister van Financiën en voorzitter van de Eurogroep Jeroen Dijsselbloem (PvdA) dinsdag tegen RTLZ. 'Wie het ook wordt, Italië moet zich gewoon aan de Europese afspraken houden,' zei de minister die rekent op het verantwoordelijkheidsgevoel van de Italianen." (lees hier)
De woorden van minister Dijsselbloem vertaald: Tientallen miljoenen Italianen hebben in de verkiezingen van eind februari hun stem uitgebracht, maar dat stelt bijna niets voor. Deze zuurklinkende woorden van de lichtelijk gefrustreerde voorzitter van de Eurogroep, zijn helaas niet geheel onwaar. Het economische en financiële beleid van de eurolanden wordt in sterke mate door dwingende Europese wet-en regelgeving bepaald. Onze nationale regeringen, ongeacht hun politieke kleur, moeten die wetten en regels gewoon naleven. En wij Europeanen hebben formeel geen invloed op bestane wetten en regels, niet via het Europese parlement en niet via Europese instituties waarin wij door onze nationale regeringen vertegenwoordigd zijn.

In het licht van deze heldere illustratie van de feitelijke uitholling van de nationale democratieën in Europa klinkt Samsoms pleidooi voor een raadgevend referendum over Europa plotseling heel logisch:
"Inwoners van lidstaten van de Europese Unie moeten in een raadgevend referendum kunnen stemmen over een nieuwe verdragswijziging. EU-burgers krijgen zo het gevoel dat ze 'een keuze hebben'." (lees hier)
Samsom en co hebben zich gerealiseerd dat de doorzichtige en ongegeneerde afbraak van de nationale democratieën en het gebrek aan democratie in de EU inmiddels iets te veel weerstand oproepen om ze zoals voorheen te blijven negeren. Een recente opiniepeiling laat bijvoorbeeld zien dat maar liefst 64% van de Nederlandse bevolking een referendum over Europa zou willen en dat de steun voor zo'n referendum vooral uit anti-Europese hoek komt. En op de site BurgerforumEU.nl is een burgerinitiatief gestart dat dat onze regering oproept om 'de sluipende overdracht van bevoegdheden aan de EU' te staken.

De oplossing van Samsom en co voor dat probleem is geniaal. Laten we een raadgevend referendum houden, zodat de EU-burgers het gevoel krijgen te ze iets te vertellen hebben. Niet dat EU-burgers werkelijk iets te vertellen moeten of kunnen hebben. Niet dat de structurele weeffouten van de EU, die de EU-burgers buitenspel zetten gecorrigeerd moeten of kunnen worden. Nee. Daar heeft Samsom het niet over. Het gaat alleen om het gevoel dat iemand in de EU naar de EU-burgers luistert.

Juist. Verkiezingen en referenda als een variant op Aldous Huxley's soma.