vrijdag 21 december 2012

Even Bram Moszkowicz Bellen?

Een interessant idee:
"The Shurat HaDin—Israel Law Center, representing 24 Americans living in Israel, filed a civil action lawsuit against the State Department on Tuesday claiming that the U.S. government is funding Palestinian terrorism in the West Bank and Gaza [...] “They are fearful that the money that is going to the Palestinian Authority eventually winds up in the hands of the terrorist organizations that can be facilitated to carry out attacks against them,” [...] “So they find themselves in a very weird situation where their tax money is going actually to attacks against them,” she added. The suit asks the department to either stop sending money or make sure it complies with the law." (lees hier)
Officieel gaat onze ontwikkelingsgeld natuurlijk niet naar Hamas en andere professionele Jodendoders en daar zouden we ook geen rechtszaak van kunnen maken, denk ik. Er is wel een groot probleem met de controlemechanismen die er voor moeten zorgen dat zogenaamde ontwikkelingssjmulp aan de Palestijnen niet in handen komt van professionele Jodendoders en ander gespuis. Maar feitelijk zijn deze mechanismen zo lek als maar kan. Niemand heeft voldoende zicht op wat met onze ontwikkelingsgeld gebeurt:
"The Palestinians could have built one of the best economies in the region after the beginning of the peace process in 1993. But instead of using the billions of dollars that were given to them by Americans and Europeans to create new jobs, the PLO leadership stole most of the funds and later blamed Israel for damaging the Palestinian economy. Suicide bombings and financial and administrative corruption are the main reason why the Palestinian economy remains as weak as ever." (lees hier)
"At a time when many Western governments, the World Bank and various international organizations are continuing to heap praise on the Palestinian Authority for implementing reforms, the deputy speaker of the Palestinian parliament, Hasan Khreishah, announced that financial and administrative corruption was now more widespread than ever.[...] the Palestinian government is in fact lying when it talks about a financial crisis; its main goal is to get Western and Arab donors to channel more funds to Ramallah: "Corruption in the Palestinian Authority is more widespread than in the past," he said." (lees hier)
Normaal gesproken zou de politiek deze informele sponsoring van Jodendoden uit eigen initiatief per direct moeten stoppen. Te meer omdat onze parlementariërs wel degelijk op de hoogte zijn van deze problematiek. Maar met een minister van buitenlandse zaken die zich als pro-Palestijnse activist gedraagt is dat op moment wellicht te veel gevraagd. Dan is het misschien een idee om de juridische weg te bewandelen om toch iets aan deze wantoestand te doen. Wie weet, misschien de moeite waard om na te gaan of een vergelijkbare civiele claim ook in Nederland en/of de EU een kans van slagen zou hebben. Even Bram Moszkowicz bellen? Ik heb begrepen dat hij het nu wel wat minder druk heeft.

donderdag 20 december 2012

Trouw: Denken Ze Dat We Idioten Zijn?

Trouw.nl,  30/11/2012:
Idijood
"De geschiedenis is niet barmhartig geweest voor de Palestijnen sinds de Verenigde Naties in 1947 kwamen met een delingsplan dat moest leiden tot twee staten, Israël en Palestina. De Palestijnen dragen daar zelf zeker ook verantwoordelijkheid voor, maar dat doet niets af aan de noodzaak om het plan uit 1947 alsnog te verwezenlijken. Dat er al sinds 1948 wel een Joodse staat bestaat en geen Palestijnse, betekent niet alleen dat er sprake is van onrecht, het is ook een van de factoren die vrede in de weg staan. De onevenwichtigheid tussen beide partijen werkt aan Israëlische zijde een gevaarlijke overwinnaarsmentaliteit in de hand [...]
De oud-premier voegde er terecht aan toe dat de Israëlische regering eindelijk eens moet beginnen met 'serieuze onderhandelingen', gebaseerd op de grenzen van 1967. Dat is ook de boodschap die uitgaat van de steun die de Palestijnen hebben gekregen van andere landen dan Nederland: dit conflict duurt al veel te lang, het is niet langer gerechtvaardigd de status van de Palestijnen af te laten hangen van de onwillige houding van Israël; de overgrote meerderheid van de VN-lidstaten erkent Palestina als staat en roept Israël op met die staat tot een vredesakkoord te komen." (lees hier)
In plaats van de bovenstaande tekst hadden ze daar bij Trouw net zo goed de volgende tekst kunnen plaatsen:
De Palestijnen zijn soms ook boeven, hoor, maar ze willen ook in de zandbak spelen en dat is helemaal niet lief dat ze dat al zo lang niet mogen en dat is ook allemaal de schuld van Israël, echt wel, het is ook heel gemeen van Israël, dat zeggen andere kinderen op het speelplein ook, echt wel. 
Dat zou in ieder geval meer consistent zijn geweest met de onverholen minachting voor de intelligentie en kennis van de lezers, die uit dit commentaar in Trouw blijkt.

woensdag 19 december 2012

Trouw: Journalistiek Als Cognitieve Therapie

Trouw.nl, vrijdag 14/12/2012:
""Dat de nieuwe grondwet, die ter vervanging dient van de versie uit het Moebarak-tijdperk, de inzet is geworden van een krachtmeting om de identiteit van de Egyptische staat, ligt niet eens zozeer aan de precieze bepalingen ervan. Het is vooral het klimaat waarin de tekst tot stand is gekomen en de haast waarmee president Morsi de grondwet wil invoeren, die kwaad bloed heeft gezet [...]
Uiteindelijk komt dat voort uit de houding van Morsi en zijn moslimbroeders, die de democratie opvatten als een systeem waarin de winnaar van verkiezingen zijn overtuigingen aan het hele volk kan opleggen. Die houding verdient het te worden afgestraft in het referendum, of anders daarna, bij de eerstvolgende verkiezingen. Een democratisch Egypte kan wel islamitisch zijn, maar nooit islamistisch." (lees hier)
Morsi en zijn  moslimbroeders, zo wordt ons verteld, vatten de democratie op "als een systeem waarin de winnaar van verkiezingen zijn overtuigingen aan het hele volk kan opleggen". Maar in de zin daarna wordt ons gezegd dat deze ondemocratische houding bij de eerstvolgende verkiezingen gestraft dient te worden. Maar als Morsi en de  broeders de democratie inderdaad opvatten "als een systeem waarin de winnaar van verkiezingen zijn overtuigingen aan het hele volk kan opleggen", en als zij weten de komende cruciale periode aan de macht te blijven, dan is het nog maar zeer de vraag of en wanneer de eerstvolgende democratische verkiezingen gehouden zullen worden. Maar bij Trouw hebben ze kennelijk alle vertrouwen in dat het wel goed komt in Egypte, ondanks hun eigen argumenten.

Volgens dit commentaar valt het ook allemaal wel mee met de nieuwe grondwet. Die is inhoudelijk niet meer islamistisch dan de oude grondwet waarin de 'beginselen van de sharia' - het islamitische recht - ook als leidraad waren opgenomen. Het gaat in Egypte dus allemaal om de toon, de snelheid en de sfeer, niet om de inhoud. Dit is een nogal Morsi-vriendelijke interpretatie van de inhoud van de nieuwe grondwet en de betekenis daarvan voor het leven in het Egypte van Morsi en zijn moslimbroeders. Maar we kunnen vrij gemakkelijk vaststellen dat deze Morsi-vriendelijke interpretatie in ieder geval niet de enige interpretatie is:
"Islamic Sharia law is the main source of Egypt’s laws. While this has been in previous constitutions, the problem is interpreting how strictly Sharia will be interpreted and how widely it will be applied. What that passage means for Egypt is going to be a lot more significant under a Muslim Brotherhood government with major input from even more radical Salafists than it did under President Husni Mubarak’s relatively secular-style regime. 
--A basic principle of the Constitution (Article 4) is to consult al-Azhar, the country’s influential Islamic university on any issue when Sharia is concerned, which potentially means on every issue. That elevates al-Azhar above all other non-governmental institutions. Al-Azhar is not (yet?) in Muslim Brotherhood hands but its leaders, who know which way the wind blows, can be expected to back a tough interpretation of Sharia law. 
--To further ensure that Egypt will be a Sharia state, another provision (Article 219) states that the principles of Sharia are to be found in the four Sunni schools of thought, ruling out any reformist possibilities. 
--The state must preserve the “genuine nature” of the Egyptian family and its moral values (Article 10) and has the power (Article 11) “to safeguard ethics” and morality. In other words, the government can do just about anything to determine how people should live and any aspect of their existence it chooses. This is repeated in other articles which limit rights to those that do not contradict what the state might not allow as unacceptable (Article 81) and lets the police arrest people for such crimes (Article 199)." (lees hier)
Zomaar een schlemielig commentaar, om een mooi Jiddisch woord te gebruiken? Of misschien een moeizame poging om de ongemakkelijke kloof tussen ideologie en werkelijkheid enigszins te overbruggen. Een cognitieve therapie voor de krantmedewerkes en het lezersvolk, aangeboden door de redactie van Trouw. Wat lief.

donderdag 13 december 2012

Wachten Op Een Nobelprijs

Elsevier.nl, dinsdag 11/12/12:
"Onderzoek: Nederlandse F-16's waren 'te dicht bij elkaar'. Uit analyse van de vluchtgegevens van twee Nederlandse F-16's blijkt dat ze maandagavond tijdens een oefening boven Duitsland 'te dicht bij elkaar' zijn gekomen." (lees hier)
Een korte uitleg: tijdens een oefening boven Duitsland zijn twee Nederlandse F-16's bijna op elkaar gebotst. Defensie heeft direct een onderzoek naar dit incident ingelast. De verbazingwekkende conclusie van dit onderzoek is dat de twee vliegtuigen te dicht bij elkaar vlogen. Het is nu wachten op de Nobelprijs...

dinsdag 11 december 2012

Sprookjesminister

Elsevier.nl, donderdag 29/11/2012:
"Als Israël doorgaat met het bouwen van nederzettingen in de Palestijnse bezette gebieden dan zal dit het vredesproces niet ten goede komen. Israël moet daarom stoppen met die kolonisatie. Dat zegt minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) vanavond in het programma Met het oog op morgen." (lees hier)
De politieke en diplomatieke oorlogsvoering tussen Israël en de Palestijnen speelt zich de afgelopen jaren zeer regelmatig rond de bouwactiviteiten van Israël in Oost-Jeruzalem af. Als we minister Timmermans moeten geloven dan is Oost-Jeruzalem ook zo'n Palestijns gebied dat door Israël op een illegale wijze bezet wordt. Zonder de pretentie om juridisch en historisch volledig te zijn en zonder te willen ontkennen dat er argumenten zijn die de positie van de minister ondersteunen, in deze blog wil ik een aantal argumenten presenteren die mijns inziens het zwart-wit beeld van de minister aangaande de status van Oost-Jeruzalem enigszins nuanceren.

Tot de eerste wereldoorlog was Jeruzalem eeuwen lang een Ottomaans stadje en geen Palestijnse stad. Zoals we straks zullen zien, de Joden waren al in die periode de grootste religieuze groep in Jeruzalem en richting het einde van de Ottomaanse periode was de meerderheid van de inwoners van Jeruzalem Joods. In 1922, in de nasleep van die oorlog, werd door het Volkerenbond een belangrijk document unaniem aangenomen, dat bekend staat als het ‘Mandaat voor Palestina’. Volgens dat document maakt Jeruzalem als geheel een deel uit van het gebied dat als het Joodse nationale thuisland werd bestempeld. Dit recht op o.a. Jeruzalem wordt nog altijd door art. 80 van de VN-handvest beschermd.

Volgens het VN-partitieplan uit 1947 (VN-res. 181), zou Jeruzalem als geheel onder internationaal toezicht geplaatst worden. Jeruzalem zou volgens die resolutie dus geen Israëlische stad zijn, maar ook geen Palestijnse-Arabische stad. Dit plan werd echter door de Arabische landen niet erkend en in mei 1948 ook tegengewerkt door een vernietigingsoorlog tegen de jonge staat Israël te beginnen en daarbij o.a. delen van Jeruzalem te veroveren. De juridische betekenis van deze gebeurtenissen is nog altijd een kwestie van discussie. Volgens een breedgedragen opvatting over de status van VN-resoluties zoals 181 (resoluties onder hoofdstuk VI) kon het partitieplan alleen verplichtend worden als de betrokkene partijen ermee instemden. Maar doordat de Arabische staten dat niet deden, is dat plan nooit van kracht geworden. Sommigen menen dat dit impliceert dat het 'Mandaat' van 1922 nog altijd van kracht is en dat Jeruzalem gewoon bij Israël hoort. Volgens een andere lezing zou er na mei 1948 sprake zijn van een soort juridisch niemandsland wiens status in de praktijk zou moeten uitkristalliseren.

In 1948 heeft Jordanië Oost-Jeruzalem, geheel in strijd met het internationale recht, veroverd en vervolgens geannexeerd. (De Jordaanse verovering en annexatie van oost-Jeruzalem zijn overigens nooit door de internationale gemeenschap erkend). De facto was Oost-Jeruzalem in de periode tussen het einde van het Britse mandaat in mei 1948 en de Israëlische verovering van de stad in 1967 een Jordaanse stad en geen Palestijnse stad. In die periode bestond er helemaal geen Palestijnse staat of andere erkende Palestijnse politieke autoriteit die enig zelfstandig politiek gezag over die stad uitoefende of waarvan Jeruzalem de hoofdstad was. In 1967 heeft Israël Oost-Jeruzalem dus op Jordanië veroverd en niet op de Palestijnen. 

Demografisch gesproken is Jeruzalem al heel lang een Joodse stad en geen Arabische-Palestijnse stad. In 1922 woonden er in Jeruzalem in totaal 52,081 mensen, waarvan 33,971 Joden, 13,411 Moslims en 4,699 Christenen. In 1948 had Jeruzalem 165,000 inwoners, waarvan 100,000 Joden, 40,000 Moslims en 25,000 Christenen. En in 1967 had Jeruzalem zo'n 263,500 inwoners; 196,000 Joden, 55,000 Moslims en 12,500 Christenen. De demografische overmacht van de Joden in Jeruzalem gaat zeker terug naar de jaren '90 van de 19de eeuw en is dus niet ontstaan door de verovering van Jeruzalem door Israël in 1967 of de snelle ontwikkeling van west-Jeruzalem tussen 1948 en 1967 (deze cijfers zijn o.a. hier te vinden). In die zin heeft Israël in 1967 een Joodse en geen Arabische-Palestijnse stad veroverd.

De scheiding tussen Oost- en West-Jeruzalem, die nu als een soort vanzelfsprekendheid wordt beschouwd, heeft geen internationaalrechtelijke basis. Die scheidingslijn tussen Oost en West loopt vrijwel gelijk met de staakt-het-vuren-linie van 1949, die nooit als een internationale grens bedoeld of erkend was. Het staakt-het-vuren-verdrag van 1949 bepaalt expliciet dat deze linie geen internationale grens is en geen basis mag zijn voor dat soort claims. Bovendien is de scherpe demografische scheiding tussen het Arabische Oost-Jeruzalem en het Joodse West-Jeruzalem in sterke mate te wijten aan Jordanië dat tijdens de verovering van Oost-Jeruzalem in 1948 de Joodse bewoners van Oost-Jeruzalem in grote getallen heeft weggejaagd en uitgemoord.

In VN-resolutie 242, die in de nasleep van de Zesdaagse oorlog in 1967 door de VN-veiligheidsraad aangenomen is, wordt Israël geenszins opgeroepen om zich onvoorwaardelijk uit Oost-Jeruzalem terug te trekken, laat staan terug te geven aan de Palestijnen. De Palestijnen komen in dat document helemaal niet voor. Als Israël volgens deze resolutie Oost-Jeruzalem aan iemand terug zou moeten geven, dan is het aan Jordanië. Een vraag die bij de verschillende interpretaties van deze resolutie regelmatig aan de orde is, is of Israël juridisch verplicht is om Oost-Jeruzalem terug te geven aan de onrechtmatige voormalige bezetter van dat gebied, Jordanië, te meer omdat Israël dat gebied in een defensieve oorlog veroverde. 

Belangrijk bij de interpretatie van deze resolutie is het juridische verschil tussen de militaire 'bezetting' (occupation) en 'toe-eigening' (acquisition) van een gebied. 'Bezetting' wordt over het algemeen gezien als een tijdelijke status die weliswaar voor de bezetter bepaalde rechten en plichten met zich mee brengt, maar die de bezetter geen geldige rechtstitel op het bezette gebied geeft. Resolutie 242 veroordeelt nadrukkelijk de toe-eigening van gebieden door oorlog, maar niet de militaire bezetting van gebieden in afwachting op een definitieve regeling. Dit betekent dat Israël weliswaar geen geldige rechtstitel op die gebieden heeft, maar dat de Israëlische militaire bezetting van die gebieden niet illegaal is.

In resolutie 242 wordt Israël inderdaad opgeroepen om gebieden die door haar in die oorlog veroverd waren terug te geven, maar de officiële Engelstalige versie van deze resolutie spreek bewust over 'gebieden' en niet over ‘alle gebieden’. Deze oproep wordt ook nog nadrukkelijk gekoppeld aan de erkenning van het bestaansrecht van de staat Israël en het garanderen van veilige grenzen voor alle betrokkene staten in de context van een duurzame vredesregeling. Het teruggeven van gebieden door Israël is dus geen preconditie voor, maar het resultaat van vredesonderhandelingen, erkenning etc. Bovendien is resolutie 242 een hoofdstuk VI-resolutie en dit betekent dat van subjectieve rechten op specifieke gebieden pas sprake kan zijn als de betrokkene partijen door onderhandelingen tot afspraken zijn gekomen. 

VN-resolutie 446 van 1979 zegt dat de Israëlische nederzettingen in de gebieden die door Israël in 1967 waren veroverd, inclusief Oost-Jeruzalem, geen geldige juridische status hebben ("have no legal validity"). De juridische onderbouwing van die resolutie, en zeker wat betreft de positie van Oost-Jeruzalem, is echter niet onproblematisch. Deze resolutie is in de kern gebaseerd op een zeer bedenkelijke - tendentieuze en inhoudelijk twijfelachtig- interpretatie van bepaalde onderdelen van de vierde Geneefse Conventie. Maar misschien belangrijker, deze resolutie is een zogenaamde hoofdstuk VI-resolutie en heeft daarom niet de status van een rechtsplicht (legal obligation). Handelen in strijd met deze resolutie levert dus geen schending van internationaal recht, maar is in strijd met de mening van die staten die toen voor deze resolutie hebben gestemd. 

In de Oslo-Akkoorden van 1993 hebben Israël en de Palestijnen (Abbas heeft zijn handtekening onder aan dit document gezet) afgesproken dat de definitieve status van Oost-Jeruzalem een kwestie is die opgelost zou moeten worden in toekomstige onderhandelingen over een definitieve vredesregeling. Sindsdien is er op dit punt geen vooruitgang geboekt. Er is wel veel historisch bewijs voor het feit dat de Palestijnse leiderschap tot voor kort wel degelijk bereid was om het bestaan van Israëlische nederzettingen in bepaalde wijken in Oost-jeruzalem te accepteren (zie hierhier en hier). 

De suggestie dat o.a. Oost-Jeruzalem een Palestijns gebied zou zijn dat door Israël op een illegale wijze bezet wordt heeft geen eenduidige en onomstreden rechtvaardiging in het internationale recht en de geschiedenis van het Israëlische Palestijnse conflict. De nogal ongecompliceerde positie van de minister in deze kwestie lijkt mij dus geen uitdrukking te zijn van enige dwingende juridische en historische logica, maar van zijn ideologische voorkeuren en persoonlijke sympathieën. Een vraag is of een minister zich zo'n persoonlijke en partijdige stellingname mag veroorloven. 

maandag 10 december 2012

De NS en een e-ticket

Vandaag begaf ik me naar een van de NS balies die ons land telt. Ik heb namelijk een e-ticket van de NS. Deze tickets moet de reiziger printen en samen met een legitimatiebewijs aan een eventueel controlerende conducteur kunnen laten zien. Nu staan er op de e-ticket een lijst van voorwaarden. Een van de voorwaarden betreft de informatie die op het vervoersbewijs moeten staan. De precieze voorwaarde zegt dat:

Het e-ticket is alleen geldig voor de reisweg, de datum, de klasse die op het e-ticket worden vermeld.

En bovendien staat er bij de voorwaarden aangegeven dat het ticket geldig indien voldaan is aan die voorwaarden.
Maar op mijn e-ticket stond helemaal geen reisweg. Ik ben dus naar de balie gegaan en ik heb gevraagd of ik nu een nieuw ticket moet aanmaken. Het antwoord was: 'nee, die voorwaarden staan op veel reisbewijzen, maar de meeste van de voorwaarden zijn niet van toepassing. Uw ticket is gewoon geldig.' Nu was ik natuurlijk blij dat mijn e-ticket geldig was, maar ik was ook  wat in de war. Want enerzijds moet de reiziger zich dus aan de vermelde voorwaarden houden, maar anderzijds zijn de meeste van die voorwaarden niet van toepassing. Dit lijkt toch op een tegenspraak.

Ludwig Kamphausen

dinsdag 4 december 2012

Rutte Betaalt Voor De Redding Van Merkel

Rutte, bedankt!
Elsevier.nl, dinsdag 27/11/2012:
"Premier Mark Rutte (VVD) geeft toe dat hij zijn verkiezingsbelofte over noodsteun aan Griekenland 'niet helemaal gestand kan doen'. Rutte beloofde dat er geen extra geld naar Griekenland zal gaan, maar door de geplande renteverlagingen gebeurt dit nu wel." (lees hier)
In de afgelopen week was er veel te doen om Ruttes opmerkelijke schuldbekentenis. Commentatoren en politici buitelden de afgelopen dagen over elkaar om er schande van te spreken, goed te praten of om aan te tonen dat de regering ons voor de gek houdt, dat de kosten van deze extra lening aan Griekenland in werkelijkheid nog hoger zouden uitvallen dat ons verteld wordt. Maar de kern van de zaak werd in mij optiek zelden op een heldere manier naar voren gebracht. Het gaat in de kern om de politieke logica van het Europese project:
"The euro began as a political project, and so it remains. Admittedly, even the fairest and most inclusive ideal cannot survive without a sound and stable economic foundation. But nor should we forget the basic reasons for this enterprise, which - far beyond the question of money - stem from values, from that idea of peace, democracy and a social market economy which we call the European model. If we forgot that, we would be ready to turn our backs on it in times of rough weather. The great enemy of any project is the scheming mind that asks "What do I get out of it?" The "fair return", so to speak. The scheming mind is very much present nowadays. Those who say they want less Europe should be answered with more Europe. It's a slogan, but sometimes slogans are true!" (lees hier)
Zoals “president” Van Rompuy het zegt: De euro is in de kern een politiek project waarbij gezond economisch en financieel verstand op zijn best een secondaire rol speelt. Ook deze keer was de economische rationaliteit aan de politieke rationaliteit onderworpen: de EU mocht niet ontploffen en dus moest Griekenland alweer wat langer aan het infuus, ongeacht de negatieve economische consequenties daarvan voor Griekenland en wellicht ook voor de rest van Europa. En ook deze keer was Duitsland de hoofdrolspeler: De oplossing van het Griekse probleem - Grexit, kwijtschelding - moest hoe dan ook over de Duitse verkiezingen heen getild worden.
"On November 27th, 2012, the Eurogroup (comprising the Eurozone’s finance ministers) reached a decision on Greece. Its essence is a guarantee that Greece will remain in the Eurozone (and therefore off the Northern European agenda) for another ten to twelve months; at the very least until the German federal political cycle has seen through the election of a new Bundestag. The repercussions of this short-sighted agreement are grave not only for Greece but for the Eurozone, and indeed the European Union, more broadly." (lees hier)
Duitsland gaat immers richting verkiezingen en dat feest mag niet verpest worden door de opkomst van de groeiende eurosceptische krachten, die het Europese project in gevaar zouden kunnen brengen. Het Duitse kiezersvolk wordt immers steeds sceptischer over de zin en de houdbaarheid van de EU en de euro. De politieke gevolgen van een Grieks vertrek of een schuldenkwijtschelding waarbij ook veel belastinggeld zou verdampen, zijn daarom niet te overzien. Dus, tot de Duitse verkiezingen graag geen politiek en economisch vuurwerk in Europa!

Met de extra noodsteun aan Griekenland, waarvoor Rutte weer eens diep in de buidel moest tasten, werden dus in feite niet zozeer de Grieken of de Griekse economie geholpen, maar Merkel en de pro-Europese politieke elite van Duitsland, en daarmee ook het hele Europese project. Immers, als Duitsland haar toewijding aan dat project zou verliezen, dan zou het zo goed als gedaan zijn met dat project. Dat is wat Van Rompuy kennelijk bedoelt met zijn pleidooi voor onbaatzuchtigheid. De redding van Merkel is het doel waarvoor Nederlands belastinggeld weer op het spel werd gezet en niet zozeer de redding van Griekenland. In tegenstelling tot vele kalkoenen zou Griekenland de komende kerst wellicht overleven. Maar daarmee is ook alles wel gezegd.

Nederland heeft haar lot aan de EU en de euro verbonden en dat betekent simpelweg dat zaken die belangrijke invloed op ons leven in Nederland hebben op dat Europese niveau uitgemaakt worden en dat onze democratisch gekozen regering daarbij vaak bijzonder weinig te vertellen heeft. In de formele Europese politieke instituties, maar vooral in de informele Europese politiek heeft onze regering simpelweg te weinig macht om verkiezingsbeloften gestand te kunnen doen. Zolang de VVD en andere politieke partijen het lot van Nederland aan dat van de EU en de euro blijven verbinden, en dat doen ze heel bewust, moeten zij en wij met het eurocircus blijven meedoen, met alle politieke en financiële gevolgen van dien.

Alle retoriek en beloften ten spijt, Rutte en zijn VVD zijn ideologisch en politiek gewoon voorstanders van de EU en de euro. De VVD hecht sterk aan de Europese economische samenwerking en daarvoor is er simpelweg een sterke Europese politieke unie nodig. Dat is les nummer één van de huidige economische crisis. Om economische redenen hechten Rutte en zijn VVD ook zeer aan een goede samenwerking met het pro-Europese Duitsland. Rutte kon een extra noodsteun aan Griekenland niet afwenden, maar hij wilde dat ook niet. Hij verontschuldigt zich liever voor het feit dat hij zijn verkiezingsbelofte 'niet helemaal gestand kan doen'. 

Amarantis en Stapel toestanden aan Nederlandse Universiteiten

Gisteren hebben we bij Pauw en Witteman kunnen vernemen dat er bij Amarantis op een heel verkeerde manier met geld wordt omgegaan. Amarantis had gebouwen laten neer zetten terwijl er maar een klein deel van het geld werd uitgegeven aan dat waar het op scholen eigenlijk om te doen zou moeten zijn: het onderwijs. Deze kritiek is terecht.

De lezer beseft waarschijnlijk niet dat dit soort toestanden ook aan Nederlandse universiteiten plaatsvinden. We weten van een voormalig docent aan de Vrije Universiteit te Amsterdam dat er tussen juni 2010 en september 2011 een heel aantal docenten uit zijn gewerkt bij minstens een faculteit, omdat de VU geld zou hebben gestoken in een IJslandse bank. Vervolgens is trouwens geblekend at de faculteit in kwestie al daar voor geldelijke problemen had. Het zal de lezer dan ook verbazen dat er in dezelfde periode een bouwprojecten door de VU werden aangekondigd.

En bovendien lezen we recenter:

De Vrije Universiteit loopt nauwelijks financieel risico door het bezit van derivaten. Deze worden ingezet voor het realiseren van een bouwprogramma dat de verouderde huisvesting van de universiteit gaat vervangen.
René Smit, voorzitter College van Bestuur: ‘De VU heeft een aantal jaren geleden de risico’s op rentewisselingen afgedekt om de nieuwe investeringen in het bouwprogramma mogelijk te maken. Wij hebben hier uit zorgvuldigheid en voorzichtigheid voor gekozen om onze broodnodige vervanging van huisvesting te kunnen garanderen’.

Het lijkt er toch sterk op dat we hier te maken hebben met dezelfde kwaal als Amarantis.

Nu we toch bezig zijn kunnen we net zo goed vertellen dat de VU niet alleen met Amarantis problemen, maar ook met Stapel problemen te maken heeft. Zo lezen we bijvoorbeeld:
VU start onderzoek wetenschapsfraude
In het nieuwe boek ‘Ontspoorde wetenschap’ van Frank van Kolfschooten wordt een emeritus-hoogleraar van de Vrije Universiteit beticht van wetenschapsfraude. Het betreft publicaties uit de vorige eeuw.
De VU neemt deze beschuldiging serieus en zal op korte termijn een onderzoek uitvoeren overeenkomstig de geldende regels. Hangende het onderzoek kan en zal de VU geen nadere mededelingen doen over deze vermeende zaak van wetenschapsfraude.
Op zichzelf lijkt het lovenswaardig dat de VU dit zal uitzoeken. Maar het is minder mooi dan het lijkt.We weten namelijk van dezelfde voormalig docent dat er aan de VU soms op een merkwaardige manier met tentamenresultaten wordtomgegaan. Zo kreeg deze docent een aantal keer een deel van de tentamens die hij had nagekeken terug met de boodschap dat een aantal van de cijfers tussen de 5 en de 5,4 voldoendes moesten worden, omdat er anders niet was voldaan aan het van te voren vastgestelde percentage van de studenten dat moest slagen.
En de VU is hier niet alleen in. Zo weten we uit een betrouwbare bron dat ook de universiteit Nijmegen werkt met van te voren vastgestelde percentages. Als het blijkt dat er meer studenten zakken, dan moeten een aantal cijfers in voldoendes worden omgezet. Een ander voorbeeld hier van kunnen we vinden aan de universiteit Twente. Een voobeeld hier van is te vinden in de volgende e-mail van een senior-docent aan een junior collega:
Excellent****. Thanks a lot! Just one small thing. As I mentioned, with classes this big there should be some attention paid to the grading curve, so I was a little surprised that there were no 9’s. In case you have rounded this down from temporary notes or something similar, do you have a quick way of checking whether at least some of the students can be bumped up to a 9?
Even voor de duidelijkheid, de senior-docent vraagt dus aan de andere docent om cijfers aan te passen. De enige reden hiervoor is dat volgens een van te voren aangenomen curve van cijferspreiding een deel van de studenten een 9 moet hebben. Toen de junior docent aangaf dat dit niet integer zou zijn werd hij/zij de volgende ochtend door de universiteit gebeld met het dringende verzoek om de cijfers als nog aan te passen.
Hieruit kunnen we dus concluderen dat er aan minstens drie universiteiten in Nederland ook Amarantis en Stapel problemen zijn. En bovendien krijgen we signalen dat dit soort toestanden zich ook aan andere universiteiten in dit land afspelen.
Ludwig kamphausen