Dijsselbloem, de voorzitter van de Eurogroep, maandag 25/03/2013:
"De belastingbetaler moet voortaan niet voor de volle 100 procent opdraaien voor de problemen die bij de banken ontstaan. Net zoals bij Cyprus moet eerst worden gekeken naar de aandeelhouders en de spaarders van de banken" (lees hier)Zoals we in onze vorige blog hebben opgemerkt, onze Kamerleden blijken inderdaad pro-Europees doof te zijn. Dijsselbloem en zijn vrienden in de EU zijn zeer bewust van plan om spaarders in de eurolanden te laten betalen voor de redding van de eurozone. In plaats van de, zoals in het geval Cyprus is gebleken, zeer kwetsbare methode van een heffing op spaartegoeden, is er nu voor de 'bail in- methode' gekozen, waarbij spaartegoeden ook aangesproken kunnen worden:
"If there is a risk in a bank, our first question should be: “Ok, what are you the bank going to do about that? What can you do to recapitalise yourself?” If the bank can’t do it, then we’ll talk to the shareholders and the bondholders. We’ll ask them to contribute in recapitalising the bank. And if necessary the uninsured deposit holders: “What can you do in order to save your own banks?” (lees hier)De reacties van onze pro-Europees dove Kamerleden zijn niet onverdeeld positief, maar draaien in essentie om de financiële kant van het verhaal en het optreden van Dijsselbloem.
"De oppositiepartijen PVV, CDA, en D66 hebben stevige kritiek op de uitspraken van minister van Financiën en eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem (PvdA). De uitspraken hebben ‘het vertrouwen in het crisismanagement geen goed gedaan,’ zei CDA-Kamerlid Eddy van Hijum [...]
Tweede Kamerlid Tony van Dijck (PVV) noemde het optreden van Dijsselbloem ‘geklungel’[...] Wouter Koolmees (D66) zei dat Dijsselbloem maandag ‘een goede kans gemist heeft om zijn mond te houden’. Hij noemde de communicatie van Dijsselbloem ongelukkig en verweet hem dat de minister zich niet beperkte tot Cyprus [...]" (lees hier)De keuze van Dijsselbloem en co voor deze 'bail in-methode' heeft echter nog een andere belangrijke dimensie die onze Kamerleden over het hoofd lijken te hebben gezien: door de keuze voor deze methode werd de strijd voor redding van de eurozone (en in het verlengde daarvan van het 'Europese project') in sterke mate als een financiële kwestie geherdefinieerd en dus gedepolitiseerd.
Immers, door deze nieuwe aanpak worden typische en voor de EU risicovolle politieke kwesties, zoals nieuwe wetgeving en parlementaire goedkeuringen, handig omzeild. De markt en de technocraten zijn voortaan aan het roer, niet de nationale parlementen.Toekomstige pogingen tot de redding van de eurozone (en het 'Europese project'), die voor de burgers van de eurozone grote politieke en financiële gevolgen kunnen hebben, zijn dus een financiële en technocratische aangelegenheid geworden waar burgers als zodanig nog nauwelijks invloed op hebben.
Door de belastingbetaler te ontzien en het instellen van heffingen op spaartegoeden te vermijden hebben Dijsselbloem en co de grillige en mogelijk ongewenste invloed van de nationale parlementen op de redding van het Europese project behoorlijk weten te beperken. Dit past in een breder patroon waarbij de burgers van de eurolanden steeds verder van de politiek komen te staan. We zijn in de eurolanden weer iets minder burgers en iets meer onderdanen geworden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten