woensdag 14 januari 2015

Olie en de energiecrisis

Ondanks de dalende olieprijzen wordt het steeds duidelijker dat er een grote energiecrisis aankomt. De website Oil Price, een van de belangrijkste bronnen van nieuws over onze energie voorzieningen, melden ze het volgende:

We must keep finding new supplies of oil because every oil & gas well ever drilled goes into decline shortly after it is completed. Assuming current wells are declining by at least 5%, we need to drill enough wells to increase production by 4,600,000 barrels per day each year, just to stay even.

Dit is al erg genoeg. Zelfs met de nieuw beschikbare bronnen vanuit de schalieolie en het schaliegas hebben we maar net genoeg.

Maar het echt zorgelijke nieuws is dat:

The problem is that there are very few places left on earth where it is economically feasible at today’s oil price to find and develop new supply.

En als de olieprijs weer stijgt hebben we nog steeds een probleem want naar schatting, ook van steeds meer mensen uit de olie industrie zelf, doen de schalieolie en schaliegas bronnen het nu wel goed, maar zullen ook hier peak oil en peak gas binnen enkele decennia bereikt worden. We hebben dus met het probleem te maken dat de oude bronnen opdrogen en de nieuwe bronnen snel zullen opdrogen.

Dus we kunnen binnen nu en 30 jaar zonder olie komen te zitten. En over de gasvoorraden valt een soort gelijk verhaal te vertellen.

En gezien ook de zeldzame metalen die in alle electronica zit qua voorraad eindig zijn hebben we ook wat dit betreft een probleem. Dit kan zelfs een probleem worden voor de groene energieleverantie. Want ook in windmolens en zonnecellen zitten dit soort metalen. Bovendien is het tot nu toe technisch niet haalbaar gebleken om dit soort metalen via recycling opnieuw te kunnen gebruiken. Hopelijk kan dit worden opgelost, maar het is niet zeker of dat lukt. Dus moeten we concluderen dat we waarschijnlijk in de komende decennia niet zoveel energie en electronica ter beschikking zullen hebben als nu. En dit heeft er uiteindelijk mee te maken dat ons economisch systeem, dat gebaseerd is op groei die werkt via de uitputting van natuurlijke bronnen, op zijn grenzen is gestuit.

maandag 12 januari 2015

De universiteiten zijn geen Charlie


Terwijl iedereen ‘je suis Charlie’ roept blijkt uit de praktijk dat toch niet iedereen in dit land feitelijk nou zo voor het vrije woord is. Neem nu de universiteiten. Daar is in het academische jaar 2014-2015 het volgende aan de hand:

·         Aan een faculteit van de Radboud Universiteit is een docent weggewerkt omdat hij kritiek heeft op het onderwijs beleid van de universiteit.  Deze docent zou, volgens zijn ‘leiding gevende’  ’niet genoeg van de universiteit houden.’

·         Een hoogleraar van een andere faculteit aan de dezelfde universiteit heeft te horen gekregen dat hij geen college over de filosofie van Kant meer mag geven.

·         Bij de Vrije Universiteit worden colleges bezocht door collega docenten die, met een formulier er bij, controleren of er wel genoeg aandacht aan diversiteit wordt besteed.

·         De Erasmus Universiteit schaft filosofie als bachelor studie af. En ook als zelfstandige master.

·         Een medewerker van een universiteit had de plannen van de Erasmus Universiteit met filosofie naar buiten gebracht. Deze persoon heeft van zijn universiteit te horen gekregen dat dit niet mag.

·         Aan alle Nederlandse universiteiten worden Letteren studies afgeschaft.

·         Er is steeds minder ruimte aan de universiteiten voor zuivere wiskunde.

·         Het NWO wordt hervormt. In het nieuwe NWO beslissen lieden van de overheid en van het bedrijfsleven over welke onderwerpen wetenschappelijk onderzocht worden. De wetenschappers zelf nemen deze beslissingen niet meer. Een van de gevolgen is dat Geesteswetenschappen de facto wordt afgeschaft.

Dit heeft de volgende consequenties: gezien de vrijheid van meningsuiting over de relatie tussen overheid en burgers gaat en gezien de overheid mede heeft beslist dat zij zelf en het bedrijfsleven beslissen wat wetenschappers gaan onderzoeken, moeten we toch toegeven dat de overheid de ruimte om vrije meningen gefundeerd te kunnen uiten sterk verkleint heeft.

En de universiteit zelf vechten nou niet bepaald voor het vrije woord. Zoals uit het bovenstaande blijkt is de academische vrijheid aan de universiteiten bijna nul.

Nu is het dus wel vreemd dat de premier, de burgemeesters van de grote steden, diverse ministers ‘je suis Charlie roepen’. En de Radboud Universiteit heeft nu op de openbare schermen die op de hele campus te vinden zijn ‘je suis Charlie staan’. Al deze mensen zouden de tekst moeten ver anderen. ‘Wij zijn collaborateurs’ zou beter zijn.

Ludwig Kamphausen